Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bestanden Afdrukken; Printereigenschappen Configureren; Afdrukken In Unix; Doorgaan Met De Afdruktaak - Samsung CLP-775 Series Gebruikershandleiding

Kleurenlaserprinter
Inhoudsopgave

Advertenties

Bestanden afdrukken

U kunt een groot aantal bestandstypen afdrukken op dit apparaat door de
standaard-CUPS-methode direct vanaf de opdrachtregel toe te passen. Met
het CUPS-lpr-hulpprogramma kunt u dat doen, maar het programma uit het
besturingsbestand vervang het standaard lpr-hulpprogramma door een veel
gebruiksvriendelijker LPR GUI-programma.
Zo drukt u elk bestand af:
1. Typ lpr <bestandsnaam> op de commandoregel van de Linux-shell en
druk op Enter. Het venster LPR GUI wordt geopend.
Als u alleen lpr typt en op Enter drukt, wordt eerst het venster Select
file(s) to print weergegeven. Selecteer de bestanden die u wilt
afdrukken en klik op Open.
2. In het venster LPR GUI selecteert u uw apparaat uit de lijst en wijzigt u
de eigenschappen van de afdruktaak.
3. Klik op OK om met afdrukken te beginnen.

Printereigenschappen configureren

In Printer Properties dat u kunt openen in het venster Printers
configuration kunt u de verschillende eigenschappen van uw printer
wijzigen.
1. Open Unified Driver Configurator.
Schakel indien nodig over naar Printers configuration.
2. Selecteer uw apparaat in de lijst met beschikbare printers en klik op
Properties.
3. Het venster Printer Properties wordt geopend.
Dit venster bestaat uit de volgende vijf tabbladen:
General: locatie en naam van de printer wijzigen. De naam die u op
dit tabblad invoert wordt weergegeven in de printerlijst in Printers
configuration.
Connection: een andere poort bekijken of selecteren. Als u de
printerpoort van USB wijzigt in parallel of omgekeerd terwijl de
printer in gebruik is moet u de printerpoort op dit tabblad opnieuw
configureren.
Driver: Hiermee kunt u een ander printerstuurprogramma bekijken
of selecteren. Klik op Options als u de standaardopties van het
apparaat wilt instellen.
Jobs: de lijst met afdruktaken weergeven. Klik op Cancel job om
de geselecteerde taak te annuleren. Schakel het selectievakje Show
completed jobs in voor een lijst met eerder opgegeven afdruktaken.
Classes: Hier ziet u de klasse waartoe uw apparaat behoort. Klik op
Add to Class om uw apparaat toe te voegen aan een bepaalde
klasse of klik op Remove from Class als u het apparaat wilt
verwijderen uit een geselecteerde klasse.
4. Klik op OK om de wijzigingen toe te passen en sluit het venster Printer
Properties.

Afdrukken in Unix

Doorgaan met de afdruktaak

Kies na de installatie van de printer een afbeelding, tekst, PS- of
HPGL-bestand om af te drukken.
1. Voer de opdracht "printui <file_name_to_print>" uit.
U wilt bijvoorbeeld "document1" afdrukken.
printui document1
Hiermee wordt Print Job Manager van het
UNIX-printerstuurprogramma geopend waarin de gebruiker
verschillende afdrukopties kan instellen.
2. Selecteer een printer die reeds is toegevoegd.
3. Selecteer de afdrukopties uit het venster, zoals Page Selection.
4. Selecteer in Number of Copies hoeveel exemplaren u nodig hebt.
Druk op Properties om gebruik te maken van de printerfuncties
die uw printerstuurprogramma biedt (zie "Printerinstellingen
wijzigen" op pagina 64).
5. Druk op OK om te beginnen met de afdruktaak.

Printerinstellingen wijzigen

Het UNIX-printerstuurprogramma Print Job Manager waarin de gebruiker
verschillende afdrukopties kan selecteren in printer Properties.
De volgende sneltoetsen kunnen worden gebruikt: "H" voor Help, "O" voor
OK, "A" voor Apply en "C" voor Cancel.
Het tabblad General
Paper Size: Hiermee kunt u naar eigen keuze het papierformaat
instellen op A4, Letter of andere papierformaten.
Paper Type: hiermee kiest u het type papier. Beschikbare opties uit
de keuzelijst zijn: Printer Default, Plain en Thick.
Paper Source: Kiest uit welke lade het papier gehaald moet
worden. De standaardinstelling is Auto Selection.
Orientation: hiermee selecteert u de richting waarin informatie
wordt afgedrukt op een pagina.
Duplex: hiermee worden beide zijden van het papier bedrukt om
papier te besparen.
Multiple pages: Hiermee worden meerdere pagina's afgedrukt op
één vel papier.
Page Border: Hiermee kunt een van de randstijlen kiezen (bv.:
Single-line hairline, Double-line hairline).
Het tabblad Image
Op dit tabblad kunt u de helderheid, resolutie of de positie van een
afbeelding op uw document wijzigen.
Het tabblad Text
Stel de tekenafstand, regelafstand of de kolommen op de afdruk in.
Het tabblad HPGL/2
Use only black pen: hiermee worden alle grafische elementen in
het zwart afgedrukt.
Fit plot to page: hiermee wordt de volledige afbeelding aangepast
zodat ze op een enkele pagina past.
Pen Width: hiermee kunt u de waarde voor de pendikte wijzigen.
De standaardwaarde is 1.000.
Het tabblad Margins
Use Margins: hiermee stelt u de marges van het document in. De
marges zijn standaard uitgeschakeld. De gebruiker kan de marges
instellen door de waarde in de respectieve velden aan te passen.
Standaard worden deze waarden bepaald door het geselecteerde
papierformaat.
Unit: Hiermee kunt u de eenheden wijzigen in points, inches of
centimeters.
Het tabblad Printer-Specific Settings
Selecteer verschillende opties in de JCL en General frames om
verschillende instellingen aan te passen. Deze opties zijn specifiek voor
de printer en afhankelijk van het PPD-bestand.
Afdrukken_ 65

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Clp-775nd

Inhoudsopgave