Als de computer en de printer op hetzelfde netwerk zijn aangesloten
maar niet kunnen worden gevonden, blokkeert de firewall-software
mogelijk de communicatie. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij
de firewall-software voor informatie over het uitschakelen van de
firewall. Probeer vervolgens nogmaals of de printer kan worden
gevonden.
•
Controleer of het IP-adres van het apparaat juist is toegewezen. U
kunt het IP-adres controleren door het netwerkconfiguratierapport af
te drukken.
•
Controleer of het toegangspunt (of de draadloze router) met een
wachtwoord beveiligd is. Als er een wachtwoord is ingesteld, neemt
u contact op met de beheerder van het toegangspunt (of de
draadloze router).
•
Controleer het IP-adres van de printer. Installeer het
printerstuurprogramma opnieuw en wijzig de instellingen om een
verbinding te maken met het apparaat op het netwerk. Bij DHCP is
het mogelijk dat het toegewezen IP-adres verandert als het apparaat
lange tijd niet wordt gebruikt of als het toegangspunt opnieuw is
ingesteld.
•
Controleer de draadloze omgeving. Mogelijk kunt u geen verbinding
maken met het netwerk in de infrastructuuromgeving waar u
gebruikersgegevens moet invoeren voordat u een verbinding hebt
gemaakt met een toegangspunt (of draadloze router).
•
Dit apparaat ondersteunt alleen IEEE 802.11b/g/n en Wi-Fi. Andere
draadloze communicatietypes (b.v. Bluetooth) worden niet
ondersteund.
•
In de ad-hocmodus onder besturingssystemen zoals Windows Vista
is het mogelijk dat u de draadloze verbinding bij elk gebruik van de
draadloze printer opnieuw moet instellen.
•
Bij draadloze netwerkprinters van Samsung kunnen de
infrastructuurmodus en de ad-hocmodus niet tegelijkertijd worden
gebruikt.
•
Het apparaat moet zich binnen het bereik van het draadloos netwerk
bevinden.
•
De printer mag niet in de buurt staan van obstakels die het draadloze
signaal kunnen blokkeren.
Verwijder grote metalen voorwerpen die zich tussen het
toegangspunt (of de draadloze router) en het apparaat bevinden.
Controleer of er geen palen, muren of steunpilaren van metaal of
beton tussen de printer en het draadloze toegangspunt (of de
draadloze router) staan.
•
De printer mag niet in de buurt staan van andere elektronische
apparaten die het draadloze signaal kunnen verstoren.
Er zijn veel apparaten die het draadloze signaal kunnen verstoren,
waaronder magnetrons en bepaalde Bluetooth-apparaten.
IPv6-configuratie
IPv6 wordt alleen juist ondersteund in Windows Vista of latere versies.
IPv6 activeren
1. Verbind uw apparaat met het netwerk door middel van een
netwerkkabel.
2. Zet het apparaat aan.
3. Druk op
op het bedieningspaneel.
4. Druk op de pijl-omhoog/omlaag om Netwerk te selecteren en druk
vervolgens op OK.
5. Druk op de pijl-omhoog/omlaag om TCP/IP (IPv6) te selecteren en druk
op OK.
6. Druk op de pijl-omhoog/omlaag om IPv6 activeren te selecteren en
druk op OK.
7. Druk op de pijl-omhoog/omlaag om Aan te selecteren en druk op OK.
8. Zet het apparaat uit en weer aan.
9. Druk een netwerkconfiguratierapport af vanaf het bedieningspaneel
van het apparaat. In dit rapport worden de IPv6-adressen gecontroleerd.
1.
Druk op
2.
Druk op de pijl-omhoog/omlaag om Netwerk te selecteren en
druk vervolgens op OK.
3.
Druk op de pijl-omhoog/omlaag om Netwerkconfiguratie te
selecteren en druk vervolgens op OK.
IPv6 gebruiken
Volg in een IPv6-netwerkomgeving de volgende procedure om het
IPv6-adres te gebruiken.
1. Sluit het apparaat op het netwerk aan met een netwerkkabel.
2. Schakel het apparaat in.
3. Druk een netwerkconfiguratierapport af om de IPv6-adressen te
controleren.
4. Selecteer Start > Configuratiescherm > Printers en faxapparaten.
5. Klik op Een printer toevoegen in het linkerdeelvenster van Printers en
faxapparaten.
6. Klik op Netwerkprinter, draadloze printer of Bluetooth-printer
toevoegen in het venster Printer toevoegen.
7. Het venster Wizard Printer toevoegen wordt geopend. Volg de
instructies in het venster.
Als het apparaat niet in een netwerkomgeving wordt gebruikt,
activeert u IPv6.
IPv6-adressen instellen
Het apparaat ondersteunt de volgende IPv6-adressen voor het afdrukken
vanaf het netwerk en voor netwerkbeheer.
•
Link-local Address: zelfgeconfigureerde lokale IPv6-adressen (adres
begint met FE80).
•
Stateless Address: door een netwerkrouter automatisch
geconfigureerd IPv6-adres.
•
Stateful Address: door een DHCPv6-server geconfigureerd
IPv6-adres.
•
Manual Address: door de gebruiker handmatig geconfigureerd
IPv6-adres.
DHCPv6-adresconfiguratie (Stateful)
Als uw netwerk gebruikmaakt van een DHCPv6-server kunt u een van
de volgende opties instellen voor standaard dynamische
host-configuratie.
1. Druk op
2. Druk op de pijl-omhoog/omlaag om Netwerk te selecteren en druk
vervolgens op OK.
3. Druk op de pijl-omhoog/omlaag om TCP/IP (IPv6) te selecteren en
druk op OK.
4. Druk op de pijl-omhoog/omlaag om DHCPv6 configureren te
selecteren en druk op OK.
5. Druk op de pijl-omhoog/omlaag om toegang te krijgen tot de
gewenste waarde.
Netwerkinstallatie_ 47
op het bedieningspaneel.
op het bedieningspaneel.