Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Samsung CLP-775 Series Gebruikershandleiding pagina 42

Kleurenlaserprinter
Inhoudsopgave

Advertenties

Ad-hoc via USB-kabel
Als u geen toegangspunt hebt, kunt u de printer alsnog draadloos met
uw computer verbinden door een draadloos ad-hocnetwerk in te stellen.
Volg hiervoor de volgende eenvoudige stappen.
Wat u nodig hebt
Netwerkcomputer
Software-cd die bij het apparaat is geleverd
Het apparaat met een daarop geïnstalleerd
draadloos-netwerkinterface
USB-kabel.
Ad-hocnetwerken in Windows instellen
1. Controleer of de USB-kabel op het apparaat is aangesloten.
2. Zet de computer en het draadloos-netwerkapparaat aan.
3. Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
4. Selecteer de optie Draadloze verbindingen instellen en
installeren.
Nu installeren: Als u al een draadloos netwerk hebt ingesteld,
klikt u op deze knop om het printerstuurprogramma te installeren,
zodat u de draadloze netwerkprinter kunt gebruiken. Als u nog
geen draadloos netwerk hebt ingesteld, klikt u op de knop
Draadloze verbindingen instellen en installeren om een
draadloos netwerk in te stellen. Klik daarna op de knop Nu
installeren.
Draadloze verbindingen instellen en installeren: Configureer
de draadloze netwerkinstellingen van uw apparaat en installeer
vervolgens het printerstuurprogramma met behulp van de
USB-kabel. Deze procedure is uitsluitend bedoeld voor
gebruikers die nog nooit een draadloze netwerkverbinding
hebben ingesteld.
5. Lees de Gebruiksrechtovereenkomst en kies Ik aanvaard de
bepalingen van de gebruiksrechtovereenkomst Klik daarna op
Volgende.
6. De software zoekt het draadloos netwerk.
Als het netwerk niet kan worden gevonden, controleert u of de
USB-kabel tussen de computer en de printer op de juiste
manier is aangesloten. Volg verder de instructies in het
venster.
7. Er verschijnt een lijst met de draadloze netwerken die het apparaat
heeft gevonden.
Als u de standaardinstelling voor ad-hocnetwerken van Samsung
wilt gebruiken, selecteert u het laatste draadloze netwerk in de lijst
met de Netwerknaam (SSID). Deze is portthru en het Signaal is
Printernetwerk.
Klik daarna op Volgende.
Als u andere ad-hocinstellingen wilt gebruiken, kiest u een ander
draadloos netwerk in de lijst.
Als u ad-hocinstellingen wilt wijzigen, klikt u op de knop
Geavanceerde instelling.
Het beveiligingsvenster voor het draadloze netwerk verschijnt
als het ad-hocnetwerk een beveiligingsinstelling heeft.
Het beveiligingsvenster voor het draadloos netwerk verschijnt.
Selecteer Open syst. of Ged. Sleutel voor de verificatie en klik
op Volgende.
8. Er verschijnt een venster met de instellingen van het draadloze
netwerk. Controleer de instellingen en klik op Volgende.
Voordat u het IP-adres van de printer invoert, moet u de
netwerkinstellingen van de computer weten. Als de
netwerkconfiguratie van de computer is ingesteld op DHCP,
moet de instelling voor het draadloze netwerk ook DHCP zijn.
Als de netwerkconfiguratie van de computer is ingesteld op
Statisch, moet de instelling voor het draadloze netwerk ook
Statisch zijn.
Als de computer is ingesteld op DHCP en u voor het draadloze
netwerk de instelling Statisch wilt gebruiken, neemt u contact
op met de netwerkbeheerder voor het statische IP-adres.
Netwerkinstallatie_ 42
Voer de naam van het draadloze netwerk in: Voer de
SSID in (de SSID is hoofdlettergevoelig).
Werkingsmodus: Selecteer Ad-hoc.
Kanaal: selecteer het kanaal (Auto-inst. of 2.412 tot
2.467 MHz.)
Verificatie: selecteer een verificatietype.
Open syst.: er wordt geen verificatie gebruikt en codering
wordt gebruikt als gegevensbeveiliging vereist is.
Ged. sleutel: verificatie wordt gebruikt. Een apparaat met
de juiste WEP-sleutel heeft toegang tot het netwerk.
Codering: Selecteer de codering (Geen, WEP64 of
WEP128).
Netwerksleutel: geef de sleutelwaarde van de
netwerkcodering in.
Netwerksleutel bevestigen:: bevestig de sleutelwaarde
van de netwerkcodering.
WEP-sleutelindex: Als u WEP-codering gebruikt,
selecteert u de juiste WEP-sleutelindex.
WEP (Wired Equivalent Privacy) is een beveiligingsprotocol
dat ervoor zorgt dat onbevoegden geen toegang kunnen
krijgen tot uw draadloze netwerk. Via WEP wordt het
gegevensgedeelte van elk pakket dat via een draadloos
netwerk wordt verzonden met een 64-bits of 128-bits
WEP-coderingssleutel gecodeerd.
Voor de methode DHCP
Als de toewijzingsmethode voor het IP-adres DHCP is,
controleert u of DHCP wordt vermeld in het venster
Bevestiging van instelling van draadloos netwerk.
Indien Statisch wordt vermeld, klikt u op TCP/IP wijzigen
om de toewijzingsmethode te wijzigen in IP-adres
automatisch ontvangen (DHCP).
Voor de methode Statisch
Als de toewijzingsmethode voor het IP-adres Statisch is,
controleert u of Statisch wordt vermeld in het venster
Bevestiging van instelling van draadloos netwerk. Als
DHCP wordt vermeld, klikt u op de knop TCP/IP wijzigen

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Clp-775nd

Inhoudsopgave