Voorkeurinstellingen gebruiken
Met de optie Vooraf ingest. die op elk tabblad maar niet op het tabblad
Samsung verschijnt kunt u de huidige voorkeurinstellingen opslaan voor
toekomstig gebruik.
Volg deze stappen om een Vooraf ingest.-item op te slaan.
1. Stel op elk tabblad de gewenste instellingen in.
2. Typ in het invoervak Vooraf ingest een naam voor deze
instellingen.
3. Klik op
(Toevoegen). Als u instellingen opslaat onder Vooraf
ingest, worden alle huidige stuurprogramma-instellingen
opgeslagen.
Vælg flere indstillinger, og klik på
føjes til de forudindstillinger, du har foretaget. Om de bewaarde
instelling te gebruiken kiest u deze in de vervolgkeuzelijst Vooraf
ingest. De printer is nu ingesteld om af te drukken volgens de
door u geselecteerde instellingen. U kunt de opgeslagen
instellingen verwijderen door deze te selecteren in de
vervolgkeuzelijst Vooraf ingest. en te klikken op
U kunt de standaardinstellingen van het printerstuurprogramma
ook herstellen door Vooraf ingest. stand. te selecteren in de
vervolgkeuzelijst Vooraf ingest.
Help gebruiken
Klik op de optie waarover u meer wilt weten op het venster
Voorkeursinstellingen voor afdrukken en druk op F1 op uw toetsenbord.
De standaardafdrukinstellingen wijzigen
1. Klik op het menu Start van Windows.
•
In Windows Server 2000 selecteert u Instellingen > Printers.
•
Als u Windows XP/Server 2003 gebruikt, selecteert u Printers en
faxapparaten.
•
Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u
Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.
•
In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Apparaten en
Printers.
•
In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
3. In Windows XP/Server 2003/Server 2008/Vista kiest u
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 selecteert u
Voorkeursinstellingen voor afdrukken in de contextmenu's.
(Opdater). Indstillingerne
(Wissen).
Afdrukken_ 59
Als bij het item Voorkeursinstellingen het teken ► staat, kunt u
andere printerstuurprogramma's voor de geselecteerde printer
selecteren.
4. Wijzig de instellingen op elk tabblad.
5. Klik op OK.
In Voorkeursinstellingen voor afdrukken kunt u de instellingen voor
elke afdruktaak wijzigen.
Uw apparaat instellen als standaardprinter
1. Klik op het menu Start in Windows.
•
In Windows Server 2000 selecteert u Instellingen > Printers.
•
Als u Windows XP/Server 2003 gebruikt, selecteert u Printers en
faxapparaten.
•
Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u
Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.
•
In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Apparaten en
Printers.
•
In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
2. Selecteer uw apparaat.
3. Klik met uw rechtermuisknop op uw apparaat en selecteer Als
standaardprinter instellen.
Als bij het item Als standaardprinter instellen voor Windows 7 of
Windows Server 2008 R2 het teken ► staat, kunt u andere
printerstuurprogramma's selecteren die met de geselecteerde
printer verbonden zijn.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
XPS-printerstuurprogramma: wordt gebruikt om af te drukken in een
XPS-bestandsindeling
•
Het XPS-printerstuurprogramma kan alleen geïnstalleerd worden
op Windows Vista OS of een recentere versie.
•
U kunt het XPS-stuurprogramma installeren wanneer u de
software-cd in het cd-rom-station plaatst. Wanneer het
installatiescherm wordt weergegeven, selecteert u Geavanceerde
installatie > Aangepaste installatie. U kunt het
XPS-printerstuurprogramma selecteren in het scherm Selecteer
de te installeren software en hulpprogramma's.
•
Installeer extra geheugen wanneer een XPS-taak niet wordt
afgedrukt omdat de printer onvoldoende geheugen heeft.