Voor uw veiligheid – Machine in bedrijf nemen
Vóór de inbedrijfstelling alle voorgeschreven
zicht- en functiecontroles uitvoeren.
Als bij de controles beschadigingen of andere
gebreken worden vastgesteld, dan mag de
machine niet meer worden ingezet voordat hij
correct gerepareerd is.
Machine niet in bedrijf nemen met defecte indi-
catie- en bedieningselementen.
3.6.2
Motor starten
De machine mag alleen gestart en bediend
worden vanuit de bestuurdersstoel.
Vóór het starten en voordat de machine wordt
bewogen, erop letten dat niemand zich in de
gevarenzone bevindt.
Om te starten alle bedieningshefbomen in
"Neutrale stand" zetten.
Geen hulpontstekingsmiddelen zoals startpiloot
of ether gebruiken.
Bij beschadigde, ontbrekende of niet-werkende
veiligheidsinrichtingen mag de machine niet in
bedrijf worden genomen.
Na het starten alle indicatie-instrumenten con-
troleren.
Uitlaatgassen niet inademen, omdat deze gif-
tige stoffen bevatten die schade aan de
gezondheid, bewusteloosheid of de dood tot
gevolg kunnen hebben.
Bij bedrijf in gesloten of gedeeltelijk gesloten
ruimtes voor voldoende be- en ontluchting
zorgen.
BW 177 D-5
49