Bediening – Wat te doen in noodsituaties
6.12.2 Machinestop in het geval van een fout
Afb. 119
Afb. 120
Afb. 121
144
Als er ernstige fouten optreden tijdens het
bedrijf, dan verhindert de besturing het verder
rijden.
De machine wordt gestopt en de vastzetrem
B-SYM-1054
onafhankelijk van de stand van de rijhendel
ingelegd (veilige toestand).
De centrale waarschuwingslamp knippert en de
waarschuwingszoemer weerklinkt.
1. Rijhendel in stand "Midden" brengen en
naar rechts arrêteren.
AANWIJZING!
Gevaar van motorschade!
– Motor niet uit het vollastbedrijf
B-ELE-0202
2. Contactsleutel in stand "0" draaien en uit-
trekken.
3. Motorkap openen en borgen
8.2.1 „Motorkap openen en borgen."
op pagina 160.
B-ELE-0069
BW 177 D-5
plotseling afzetten, maar nog ca.
twee minuten stationair laten
nalopen.
Ä Hoofdstuk