6.5.2
Trillen in- resp. uitschakelen
Afb. 87
Afb. 88
Afb. 89
Het trillen wordt in rijniveau 1 en 5
automatisch uitgeschakeld.
1. Draaischakelaar rijniveaus in de gewenste
stand zetten.
B-SWI-1584
2. Met draaischakelaar amplitudeselectie de
gewenste amplitude selecteren.
B-SWI-1083
3. Rijhendel langzaam in de gewenste rijrich-
ting drukken.
4. Knop trillen activeren.
ð Het trillen wordt ingeschakeld.
5. Zo lang vooruit en achteruit over een baan
rijden, tot de E
B-ELE-0203
met de vorige overgang nauwelijks nog
stijgt.
6. Om het trillen uit te schakelen opnieuw de
knop trillen activeren.
ð Het trillen wordt uitgeschakeld.
BW 177 D-5
Bediening – Werkbedrijf met trillen
-waarde in vergelijking
VIB
123