Controles vóór inbedrijfstelling – Wielen en banden controleren
5.7
Wielen en banden controleren
WAARSCHUWING!
Verwondingsgevaar door sprin-
gende banden!
– Persoonlijke beschermende uit-
rusting dragen (werkschoenen,
handschoenen, veiligheidsbril,
veiligheidshelm).
– Bij het controleren van de ban-
denspanning in het verlengde
van het loopvlak van de band
blijven.
– Luchtslang van minstens 6 meter
gebruiken.
– Toegelaten maximum druk nooit
overschrijden.
De bandenspanning kan binnen de
aangegeven grenzen worden aan-
gepast aan de inzetvoorwaarden.
Een verminderde bandendruk ver-
betert de tractie speciaal op zande-
rige gronden.
Hogere luchtdrukken verbeteren de
rijstabiliteit van de machine.
De totale hoogte van de machine
kan door veranderde bandenspan-
ning worden beïnvloed.
BW 177 D-5
111