AAN DE SLAG MET BORDUREN
1.
Bevestig altijd de Sensorvoet Q voor het beste
resultaat. Lees meer over de het bevestigen van de
naaivoet op pagina 2:8. Breng na het bevestigen van
de borduureenheid en de borduurvoet een spoel met
onderdraad aan.
2.
Druk op het Borduurmotievenmenu op de werkbalk
om de borduurmotieven te openen. Druk op het
borduurmotief dat u wilt borduren. Het motief wordt
naar Borduurmotief bewerken geladen.
3.
Span een stuk stof in de borduurring en schuif de
borduurring op de borduurarm.
4.
Wanneer u klaar bent om te borduren, schakelt u van
Borduurmotief bewerken over naar Borduren met het
pictogram GO! op de taakbalk.
5.
Rijg de machine in met de eerste kleur van de
kleurblokkenlijst.
I
6:5
NSTELLEN VOOR BORDUREN