De pomp loopt warm, maar er is geen warmtetransport van de collector naar
de boiler, de voor- en terugloop zijn even warm, eventueel ook borrelen in de
leiding.
Zit er lucht in het systeem?
nee
ja
Is het collectorcircuit bij de vuilvan-
ger verstopt?
ja
De pomp start kort, schakelt uit, start weer op, enz. ("Regelaarfladderen")
Temperatuurverschil bij de regelaar
te klein?
nee
ja
Collectorsensor onjuist geplaatst?
nee
ja
Plausibiliteitscontrole van de optie
Vacuümcollectorfunctie
Ontlucht het systeem, breng de sys-
teemdruk minimaal op de statische
voordruk plus 0,5 bar, verhoog de
druk evt. nog verder, schakel de pomp
kort in en uit.
Vuilvanger reinigen
∆Taan en ∆Tuit overeenkomstig
wijzigen.
nee
ok
Plaats de collectorsensor bij de
zonnevoorloop (warmste collector-
uitgang); gebruik de dompelhuls van
de betr. collector.
De pomp wordt blijkbaar laat ingeschakeld.
Inschakeltemperatuurverschil ∆Taan
te groot gekozen?
nee
ja
Collectorsensor ongunstig geplaatst
(bv. contactsensor i.p.v. dompelsen-
sor)?
ja
Het temperatuurverschil tussen de boiler en de collector wordt gedurende de
werking zeer groot, het collectorcircuit kan de warmte niet afvoeren.
Pomp van het collectorcircuit defect?
nee
ja
Warmtewisselaar verkalkt?
nee
ja
Warmtewisselaar verstopt?
nee
ja
Warmtewisselaar te klein?
ja
∆Taan en ∆Tuit overeenkomstig
wijzigen.
Activeer eventueel de vacuümcollec-
ok
torfunctie.
ok
Controleren / vervangen
Ontkalken
Spoelen
Bereken de dimensionering opnieuw
67