Vacuümcollectorfunctie
ORK
Optie vacuümcollectorfunctie
Instelbereik: OFF / ON
Fabrieksinstelling: OFF
Deze functie is bestemd voor de verbetering van het inschakelgedrag bij systemen
met meettechnisch ongunstig geplaatste collectorsensoren (bijv. bij vacuümcollec-
toren).
De functie wordt binnen een instelbare tijdsspanne actief. Deze schakelt de pomp
van het collectorcircuit gedurende de instelbare looptijd tussen de instelbare stil-
standintervallen in om de vertraagde temperatuurregistratie te compenseren.
Als de looptijd meer dan 10 s bedraagt, draait de pomp de eerste 10 s van de
looptijd op 100 %. De resterende looptijd draait de pomp met het ingestelde mini-
mumtoerental. Als de collectorsensor defect is of de collector geblokkeerd, wordt
de functie onderdrukt resp. uitgeschakeld.
RKEN
Stoptijd vacuümcollectorfunctie
Instelbereik: 00:00 ... 23:45
Fabrieksinstelling: 19:00
RKSZ
Stilstandtijd vacuümcollectorfunctie
Instelbereik: 1 ... 60 min
Fabrieksinstelling: 30 min
62
RKAN
Starttijd vacuümcollectorfunctie
Instelbereik: 00:00 ... 23:45
Fabrieksinstelling: 07:00
RKLA
Looptijd vacuümcollectorfunctie
Instelbereik: 5 ... 500 s
Fabrieksinstelling: 30 s
In installatie 7 observeert de vacuümcollectorfunctie beide collectoren onafhanke-
lijk van elkaar. Als de boiler door een collector wordt opgewarmd, werkt de functie
toch nog voor de andere collector.
Aanwijzing
As de drainback-optie ODB is geactiveerd, is RKLA niet beschikbaar. In
dat geval wordt de looptijd bepaald door de parameters tFLL en tSTB.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel! Gevaar voor installatieschades
door drukstoten!
Als een drainbacksysteem wordt gevuld door de vacuüm-
collectorfunctie en het warmtedragende medium in sterk
verhitte collectoren stroomt, kunnen drukstoten ontstaan.
Î Als een drukloos drainbacksysteem wordt ge-
bruikt, moeten RKAN en RKEN zo worden in-
gesteld dat de installatie niet op momenten van
sterke instraling wordt gevuld!
Warmteverbruiksmeting
OWMZ
Optie warmteverbruiksmeting
Instelbereik: OFF / ON
Fabrieksinstelling: OFF
Als OWMZ wordt geactiveerd, kan de gewonnen hoeveelheid warmte worden
berekend en weergegeven.
Warmteverbruiksbalancering met vast ingesteld debiet
De warmteverbruiksbalancering vindt plaats als "schatting" met het verschil tussen
voorloop- en retourtemperatuur en het ingestelde debiet (bij een pomptoerental
van 100 %).
Î Stel het afgelezen debiet (l/min) in het kanaal VMAX in.
Î Geef het soort vorstbeveiliging en het vorstbeveiligingsgehalte van het warmte-
dragend medium in de kanalen MEDT en MED% aan.
Aanwijzing
De warmteverbruiksbalancering is niet mogelijk in systemen met 2 zon-
nepompen.