Temperatuurlimiet collector
Nooduitschakeling collector
NOT / NOT1 / NOT2
Temperatuurlimiet collector
Instelbereik: 80 ... 200 °C [170 ... 390 °F]
Fabrieksinstelling: 130 °C [270 °F]
Als de collectortemperatuur de ingestelde temperatuurlimiet van de collector
overschrijdt, wordt de zonnepomp (R1 / R2) uitgeschakeld om een schadelijke over-
verhitting van de zonnecomponenten te voorkomen (nooduitschakeling collector).
Bij overschreden temperatuurlimiet van de collector knippert op het display ⚠.
Aanwijzing
Wanneer de optie drainback ODB is geactiveerd, vermindert het instel-
bereik van NOT naar 80 ... 120 °C [170 ... 250 °F]. De fabrieksinstelling is
in dat geval 95 °C [200 °F].
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel! Kans op schade aan het sys-
teem door drukstoten!
Als in een drukloos system water wordt gebruikt als
warmtedragend medium, begint het water bij 100 °C
[212 °F] te koken.
Î Zet bij drukloze systemen met water als warm-
tedragend medium de temperatuurlimiet van
de collector niet hoger dan 95 °C [200 °F] !
Koelfuncties
Onderstaand worden de 3 koelfuncties – collectorkoeling, systeemkoeling en
boilerkoeling – nader beschreven. De volgende aanwijzingen gelden voor alle 3
koelfuncties:
Aanwijzing
De koelfuncties worden niet actief, zolang een solaropwarming mogelijk
is.
Aanwijzing
In 2-Boilersystemen werken de koelfuncties alleen voor boiler 1, resp.
voor de onderste opslagzone).
58
Collectorkoeling
OKK / OKK1 / OKK2
Optie collectorkoeling
Instelbereik: OFF / ON
Fabrieksinstelling: OFF
De collectorkoelfunctie houdt de collectortemperatuur door geforceerde verwar-
ming van de boiler binnen het bedrijfsbereik, tot bij een boilertemperatuur van
95 °C [200 °F] de functie om veiligheidsredenen wordt uitgeschakeld.
Als de boilertemperatuur de ingestelde maximumtemperatuur van de boiler be-
reikt, wordt het zonne-energiesysteem uitgeschakeld. Als nu de collectortempe-
ratuur naar de ingestelde maximumtemperatuur van de collector stijgt, wordt de
zonnepomp zolang ingeschakeld tot de temperatuur weer onder deze limiet daalt.
Hierbij kan de boilertemperatuur verder stijgen (achtergestelde actieve maximum-
temperatuur van de boiler), echter alleen tot 95 °C [200 °F] (veiligheidsuitschakeling
van de boiler).
Wanneer de collectorkoelfunctie actief is, worden op het display ⓵ en ☼ (knippe-
rend) weergegeven.
Aanwijzing
Deze functie is alleen beschikbaar, wanneer de systeemkoeling (OSYK)
is gedeactiveerd.
Aanwijzing
In installatie 10 is de parameter KMX zelfstandig zonder de OKK-func-
tie beschikbaar. In installatie 10 wordt KMX als activeringstemperatuur
gebruikt voor de afvoer van restwarmte. In dat geval is geen andere in-
schakelvoorwaarde nodig.
KMX / KMX1 / KMX2
Maximumtemperatuur collector
Instelbereik: 70 ... 160 °C [150 ... 320 °F]
Fabrieksinstelling: 110 °C [230 °F]