Thermische desinfectie van het bovenste gedeelte van het tapwater
OTD
Therm. desinfectiefunctie
Instelbereik: OFF / ON
Fabrieksinstelling: OFF
pDES
Controleperiode
Instelbereik: 0 ... 30:0 ... 24 h (dd:hh)
Fabrieksinstelling: 01:00
DDES
Verhittingsperiode
Instelbereik:
00:00 ... 23:59 (hh:mm)
Fabrieksinstelling: 01:00
TDES
Desinfectietemperatuur
Instelbereik: 0 ... 95 °C [30 ... 200 °F]
Fabrieksinstelling: 60 °C [140 °F]
22
Deze functie dient om de vorming van legionella in drinkwaterreservoirs door ge-
richte activering van de naverwarming te beperken.
Voor de thermische desinfectie wordt de temperatuur met de referentiesensor
bewaakt. Tijdens de controleperiode moet gedurende de desinfectieduur ononder-
broken de desinfectietemperatuur zijn overschreden, zodat aan de desinfectievoor-
waarden wordt voldaan.
De controleperiode vangt aan wanneer de temperatuur bij de referentiesensor
onder de desinfectietemperatuur valt. Als de controleperiode is verstreken, schakelt
het referentierelais de naverwarming in. De desinfectieduur begint als de desinfec-
tietemperatuur bij de toegewezen sensor wordt overschreden.
De thermische desinfectie kan alleen worden voltooid als de desinfectietempera-
tuur gedurende de desinfectieduur ononderbroken overschreden blijft.
Starttijdvertraging
SDES
Starttijd
Instelbereik: 00:00 ... 24:00 (tijd)
Fabrieksinstelling: 0:00
Als de starttijdvertraging wordt geactiveerd, kan een tijdstip voor de thermische
desinfectie met starttijdvertraging worden ingesteld. Het inschakelen van de naver-
warming wordt tot dit tijdstip vertraagd, nadat de controleperiode is verstreken.
Als de controleperiode bijvoorbeeld om 12.00 uur eindigt en de starttijd is inge-
steld op 18.00 uur, dan wordt het referentierelais om 18.00 uur ingeschakeld in
plaats van om 12.00 uur, dus met 6 uur vertraging.
Aanwijzing
Als de thermische desinfectie is geactiveerd, verschijnen de weergavekana-
len TDES, CDES, SDES en DDES.