Installatie 4: Zonnesysteem met gelaagde boiler
De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boiler-
sensoren S2 en S3. Wanneer het verschil groter is dan of gelijk is aan de betreffende
ingestelde inschakeltemperatuurverschillen (DT1E/DT2E), wordt de zonnepomp
voor relais 1 geactiveerd en wordt de betreffende boilerzone opgewarmd, totdat
het uitschakeltemperatuurverschil (DT1A/DT2A) of de maximale boilertempera-
PWM 1/2
ModBus
S1
R2
R1
S4 / TRL
tuur (S1MX/S2MX) is bereikt. De voorrangslogica laadt, wanneer mogelijk, eerst
de bovenste opslagzone. De 3-wegklep wordt in dit geval door relais 2 geschakeld.
Wanneer de caloriemeting (OWMZ) is ingeschakeld, wordt de S4-retoursensor
gebruikt.
VBus
9 10
S3
S2
23