Pagina 1
Sol Plus Version 1.11 Zonneregelaar met "SOLARFIRST"- functie en "STEAMBACK "- veiligheidsuitrusting ® Handboek voor de vakman Installatie Bediening Functies en opties Fouten opsporen Hartelijk dank voor de aankoop van dit apparaat. Handboek Lees deze handleiding zorgvuldig door om optimaal gebruik te kunnen maken van dit apparaat.
Pagina 2
Veiligheidsrichtlijnen Doelgroep Neem deze veiligheidsrichtlijnen precies in acht om gevaren en schade voor men- Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor geautoriseerde vakmensen. sen en waardevolle voorwerpen uit te sluiten. Elektrotechnische werkzaamheden mogen alleen uitgevoerd worden door elektro- monteurs. Voorschriften De eerste inbedrijfstelling dient te worden uitgevoerd worden door de fabrikant van de installatie of door een door hem benoemd vakkundig persoon.
Pagina 4
In de collector zit op dat moment geen solarvloeistof meer. Er ontstaat geen dam- De SOLAR Sol Plus met "SOLARFIRST"- functie (zie pagina 47) en ModBus re- paanslag - de solarvloeistof wordt niet beschadigd. Wanneer de zon in de avond gelt een zonnesysteem met 1 collectorveld en 1 zonneboiler met geïntegreerde...
Installatie Montage Display WAARSCHUWING! Elektrische schok! Bij geopende behuizing liggen spanningvoerende onder- delen bloot! Î Koppel telkens voordat u de behuizing opent, Afdekplaat Drukknop het toestel op alle polen los van het net! Aanwijzing Sterke elektromagnetische velden kunnen de werking van de regelaar na- delig beïnvloeden.
Systeemoverzicht Standaardzonnesysteem (pagina 9) Zonnesysteem met warmtewisseling Zonnesysteem met naverwarming Zonnesysteem met gelaagde buffering (pagina 12) (pagina 23) (pagina 18) Zonnesysteem met 2 boilers met Zonnesysteem met 2 boilers met Zonnesysteem met 2 collectoren en 1 Zonnesysteem met naverwarming door pomplogica (pagina 29) vaste-brandstofketel (pagina 35) kleplogica (pagina 26)
Systemen Installatie 1: Standaardzonnesysteem De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boi- Sensoren S3 en S4 kunnen optioneel worden aangesloten. S3 kan optioneel ook lersensor S2. Als het verschil groter is dan of gelijk is aan het ingestelde inschakel- worden gebruikt als referentiesensor voor de optie boiler beveiligingsstop (OSNO).
Pagina 10
Weergavekanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina INIT ODB-initialisatie actief ODB-vultijd actief STAB ODB-stabilisatie actief Temperatuur collector Temperatuur boiler Temperatuur sensor 3 TSPO Temperatuur boiler boven Temperatuur sensor 4 Toerental R1 Bedrijfsuren R1 Bedrijfsuren R1 (als OBST is geactiveerd) Bedrijfsuren R2 (als OBST is geactiveerd) Hoeveelheid warmte KWh Hoeveelheid warmte MWh ZEIT...
Pagina 11
Instelkanalen Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina DTKE Inschakeltemperatuurverschil koeling 20,0 K [40.0 °Ra] DTKA Uitschakeltemperatuurverschil koeling 15,0 K [30.0 °Ra] OSPK Optie boilerkoeling OURL Optie boilerkoeling vakantie TURL Temperatuur boilerkoeling vakantie 40 °C [110 °F] Optie minimumlimiet collector Minimumtemperatuur collector 10 °C [50 °F] Optie vorstbescherming Vorstbeschermingstemperatuur 4,0 °C [40,0 °F]...
Pagina 12
Installatie 2: Zonnesysteem met warmtewisseling De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boi- Er wordt een warmte-uitwisseling tussen boiler 1 en boiler 2 uitgevoerd door relais lersensor S2. Als het verschil groter is dan of gelijk is aan het ingestelde inschakel- 2 als het temperatuurverschil tussen de sensoren S3 en S4 groter is dan of gelijk is temperatuurverschil (DT E), wordt de zonnepomp door relais 1 geactiveerd en de aan het ingestelde inschakeltemperatuurverschil (DT3E), tot de ingestelde minimale...
Pagina 13
Weergavekanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina INIT ODB-initialisatie actief ODB-vultijd actief STAB ODB-stabilisatie actief Temperatuur collector TSP1 Temperatuur boiler 1 onder TSPO Temperatuur boiler 1 boven TSP2 Temperatuur boiler 2 onder n1 % Toerental R1 n2 % Toerental R2 h P1 Bedrijfsuren R1 h P2 Bedrijfsuren R2...
Pagina 14
Instelkanalen Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina OSPK Optie boilerkoeling OURL Optie boilerkoeling vakantie TURL Temperatuur boilerkoeling vakantie 40 °C [110 °F] Optie minimumlimiet collector Minimumtemperatuur collector 10 °C [50 °F] Optie vorstbescherming Vorstbeschermingstemperatuur 4,0 °C [40,0 °F] Optie vacuümcollector RKAN ORK starttijd 07:00 RKEN ORK eindtijd...
Pagina 15
Systeemspecifieke functies Toerentalregeling U hebt de volgende instellingen nodig voor de specifieke functies in installatie 2. ∆T -regeling voor de warmte-uitwisseling tussen 2 boilers DT3S Nominaal temperatuurverschil Instelbereik: 1,5 … 30,0 K [3,0 … 60,0 °Ra] DT3E Fabrieksinstelling: 10,0 K [20,0 °Ra] Inschakeltemperatuurverschil Aanwijzing Instelbereik: 1,0 …...
Pagina 16
pUM2 n2MN Pompaansturing R2 Minimumtoerental R2 Keuze: OnOF, PULS, PSOL, PHEI Instelbereik: (10) 30 … 100 % Fabrieksinstelling: OnOF Fabrieksinstelling: 30 % Met deze parameter kan het soort pompaansturing worden ingesteld. Er kan tussen Met het instelkanaal n2MN kan aan uitgang R2 een relatief minimumtoerental wor- de volgende soorten worden gekozen: den toegewezen.
Pagina 17
Maximumtemperatuurbegrenzing warmtewisseling Minimumtemperatuurbegrenzing warmtewisseling MX3E / MX3A MN3E / MN3A Maximumtemperatuurlimiet Minimumtemperatuurbegrenzing Instelbereik: 0,0 … 95,0 °C [30,0 … 200,0 °F] Instelbereik: 0,0 … 90,0 °C [30,0 … 190,0 °F] Fabrieksinstelling: Fabrieksinstelling (alleen als ANL = 2): MX3E: 60,0 °C [140,0 °F] MN3E: 5,0 °C [40,0 °F] MX3A: 58,0 °C [136,0 °F] MN3A: 10,0 °C [50,0 °F]...
Pagina 18
Installatie 3: Zonnesysteem met naverwarming De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boi- Sensor S3 kan optioneel ook worden gebruikt als referentiesensor voor de thermi- lersensor S2. Als het verschil groter is dan of gelijk is aan het ingestelde inschakel- sche desinfectiefunctie (OTD) of de optie boiler beveiligingsstop(OSNO).
Pagina 19
Weergavekanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina INIT ODB-initialisatie actief ODB-vultijd actief STAB ODB-stabilisatie actief Temperatuur collector TSPU Temperatuur boiler 1 onder TSPO Temperatuur boiler 1 boven TDES Desinfectietemperatuur (thermische desinfectie) Temperatuur sensor 4 n1 % Toerental R1 h P1 Bedrijfsuren R1 h P2 Bedrijfsuren R2 Hoeveelheid warmte KWh...
Pagina 20
Instelkanalen Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina Optie vorstbescherming Vorstbeschermingstemperatuur 4,0 °C [40,0 °F] Optie vacuümcollector RKAN ORK starttijd 07:00 RKEN ORK eindtijd 19:00 RKLA ORK looptijd 30 s RKSZ ORK stilstandtijd 30 min OWMZ Optie warmteverbruiksmeting VMAX Maximaal debiet 6,0 l/min MEDT Soort vorstbescherming MED%...
Pagina 21
Systeemspecifieke functies U hebt de volgende instellingen nodig voor de specifieke functies in installatie 3. De beschreven kanalen zijn in geen enkele andere installatie beschikbaar. Thermostaatfunctie Naverwarming Gebruik van overtollige warmte t1 E, t2 E, t3 E Thermostaatinschakeltijd De thermostaatfunctie werkt onafhankelijk van de zonneaansturing en kan voor Instelbereik: 00:00 …...
Pagina 22
Thermische desinfectie van het bovenste gedeelte van het tapwater Deze functie dient om de vorming van legionella in drinkwaterreservoirs door ge- richte activering van de naverwarming te beperken. Voor de thermische desinfectie wordt de temperatuur met de referentiesensor bewaakt. Tijdens de controleperiode moet gedurende de desinfectieduur ononder- broken de desinfectietemperatuur zijn overschreden, zodat aan de desinfectievoor- waarden wordt voldaan.
Pagina 23
Installatie 4: Zonnesysteem met gelaagde boiler De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boiler- tuur (S1MX/S2MX) is bereikt. De voorrangslogica laadt, wanneer mogelijk, eerst sensoren S2 en S3. Wanneer het verschil groter is dan of gelijk is aan de betreffende de bovenste opslagzone.
Pagina 24
Weergavekanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina Temperatuur collector TSPU Temperatuur boiler 1 onder TSPO Temperatuur boiler 1 boven Temperatuur sensor 4 Toerental relais Bedrijfsuren R1 Bedrijfsuren R2 Hoeveelheid warmte KWh Hoeveelheid warmte MWh ZEIT Tijd Instelkanalen Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina Installatieschema PUM1 Pompaansturing PSOL...
Pagina 25
Instelkanalen Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina OSPK Optie boilerkoeling OURL Optie boilerkoeling vakantie TURL Temperatuur boilerkoeling vakantie 40 °C [110 °F] Optie minimumlimiet collector Minimumtemperatuur collector 10 °C [50 °F] Optie vorstbescherming Vorstbeschermingstemperatuur 4,0 °C [40,0 °F] PRIO Voorrang Laadpauze (boiler pendellogica) 2 min tUMW Circulatietijd (boiler pendellogica)
Pagina 26
Installatie 5: Zonnesysteem met 2 boilers met kleplogica (S1MX/S2MX) is bereikt. De voorrangslogica laadt, wanneer mogelijk, eerst boiler De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boiler- sensoren S2 en S3. Wanneer het verschil groter is dan of gelijk is aan de betreffende 1.
Pagina 27
Weergavekanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina Temperatuur collector TSP1 Temperatuur boiler 1 onder TSP2 Temperatuur boiler 2 onder Temperatuur sensor 4 Toerental relais R1 Bedrijfsuren R1 Bedrijfsuren R2 Hoeveelheid warmte KWh Hoeveelheid warmte MWh ZEIT Tijd Instelkanalen Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina Installatieschema PUM1 Pompaansturing...
Pagina 28
Instelkanalen Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina OURL Optie boilerkoeling vakantie TURL Temperatuur boilerkoeling vakantie 40 °C [110 °F] Optie minimumlimiet collector Minimumtemperatuur collector 10 °C [50 °F] Optie vorstbescherming Vorstbeschermingstemperatuur 4,0 °C [40,0 °F] PRIO Voorrang Laadpauze (boiler pendellogica) 2 min tUMW Circulatietijd (boiler pendellogica) 15 min...
Pagina 29
Installatie 6: Zonnesysteem met 2 boilers met pomplogica De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boiler- wanneer mogelijk, eerst de in PRIO geselecteerde voorrangsboiler. Bij instelling sensoren S2 en S3. Wanneer het verschil groter is dan of gelijk is aan de betreffende PRIO = 0 worden beide boilers met dezelfde prioriteit opgewarmd.
Pagina 30
Weergavekanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina Temperatuur collector TSP1 Temperatuur boiler 1 onder TSP2 Temperatuur boiler 2 onder Temperatuur sensor 4 TSPO Temperatuur boiler boven n1 % Toerental R1 n2 % Toerental R2 h P1 Bedrijfsuren R1 h P2 Bedrijfsuren R2 Hoeveelheid warmte KWh Hoeveelheid warmte MWh ZEIT...
Pagina 31
Instelkanalen Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina Optie collectorkoeling Maximumtemperatuur collector 110 °C [230 °F] OSYK Optie systeemkoeling DTKE Inschakeltemperatuurverschil koeling 20.0 K [40.0 °Ra] DTKA Uitschakeltemperatuurverschil koeling 15.0 K [30.0 °Ra] OSPK Optie boilerkoeling OURL Optie boilerkoeling vakantie TURL Temperatuur boilerkoeling vakantie 40 °C [110 °F] Optie minimumlimiet collector Minimumtemperatuur collector...
Pagina 32
Installatie 7: Zonnesysteem met 2 collectoren en 1 boiler totdat het uitschakeltemperatuurverschil (DT A) of de maximale boilertempera- De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensoren S1 en S3 tuur (S MX) is bereikt. en boilersensor S2. Wanneer de verschillen groter zijn dan of gelijk zijn aan het in- gestelde inschakeltemperatuurverschil (DT E), worden één of beide zonnepompen Sensor S4 kan optioneel als referentiesensor voor de optie boiler beveiligingsstop door relais 1 en/of relais 2 geactiveerd en wordt de betreffende boiler opgewarmd,...
Pagina 33
Weergavekanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina KOL1 Temperatuur collector 1 Temperatuur boiler KOL2 Temperatuur collector 2 Temperatuur sensor 4 TSPO Temperatuur boiler boven n1 % Toerental R1 n2 % Toerental R2 h P1 Bedrijfsuren R1 h P2 Bedrijfsuren R2 Hoeveelheid warmte KWh Hoeveelheid warmte MWh ZEIT Tijd...
Pagina 34
Instelkanalen Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina KMX2 Maximumtemperatuur collector 2 110 °C [230 °F] OSYK Optie systeemkoeling DTKE Inschakeltemperatuurverschil koeling 20.0 K [40.0 °Ra] DTKA Uitschakeltemperatuurverschil koeling 15.0 K [30.0 °Ra] OSPK Optie boilerkoeling OURL Optie boilerkoeling vakantie TURL Temperatuur boilerkoeling vakantie 40 °C [110 °F] OKN1 Optie minimumlimiet collector collector 1...
Pagina 35
Installatie 8: Zonnesysteem met naverwarming door vaste-brandstofketel De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boi- Een vaste-brandstofketel wordt door relais 2 aangestuurd als het temperatuur- lersensor S2. Als het verschil groter is dan of gelijk is aan het ingestelde inschakel- verschil tussen de sensoren S4 en S3 groter is dan of gelijk is aan het ingestelde temperatuurverschil (DT E), wordt de zonnepomp door relais 1 geactiveerd en de inschakeltemperatuurverschil (DT3E) tot de ingestelde minimum- (MN3E) en maxi-...
Pagina 36
Weergavekanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina INIT ODB-initialisatie actief ODB-vultijd actief STAB ODB-stabilisatie actief Temperatuur collector TSPU Temperatuur boiler 1 onder TSPO Temperatuur boiler 1 boven TFSK Temperatuur ketel met vaste brandstof n1 % Toerental R1 n2 % Toerental R2 h P1 Bedrijfsuren R1 h P2 Bedrijfsuren R2...
Pagina 37
Instelkanalen Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina OSPK Optie boilerkoeling OURL Optie boilerkoeling vakantie TURL Temperatuur boilerkoeling vakantie 40 °C [110 °F] Optie minimumlimiet collector Minimumtemperatuur collector 10 °C [50 °F] Optie vorstbescherming Vorstbeschermingstemperatuur 4,0 °C [40,0 °F] Optie vacuümcollector RKAN ORK starttijd 07:00 RKEN ORK eindtijd...
Pagina 38
Systeemspecifieke functies U hebt de volgende instellingen nodig voor de specifieke functies in installatie 8. ∆T -regeling voor de naverwarming door een vaste-brandstofketel Toerentalregeling DT3E DT3S Inschakeltemperatuurverschil Nominaal temperatuurverschil Instelbereik: 1,0 … 20,0 K [2,0 … 40,0 °Ra] Instelbereik: 1,5 … 30,0 K [3,0 … 60,0 °Ra] Fabrieksinstelling: 6,0 K [12,0 °Ra] Fabrieksinstelling: 10.0 K [20.0 °Ra] Referentiesensoren voor deze functie zijn S4 en S3.
Pagina 39
Minimumtoerental n2MN pUM2 Minimumtoerental R2 Pompaansturing R2 Instelbereik: (10) 30 … 100 Keuze: OnOF, PULS, PSOL, PHEI Fabrieksinstelling: 30 Fabrieksinstelling: OnOF Met deze parameter kan het soort pompaansturing worden ingesteld. Er kan tussen Met het instelkanaal n2MN kan aan uitgang R2 een relatief minimumtoerental wor- de volgende soorten worden gekozen: den toegewezen.
Pagina 40
Maximumtemperatuurbegrenzing vaste-brandstofketel Minimumtemperatuurbegrenzing vaste-brandstofketel MX3E / MX3A MN3E / MN3A Maximumtemperatuurlimiet Minimumtemperatuurbegrenzing Instelbereik: 0,0 … 95,0 °C [30,0 … 200,0 °F] Instelbereik: 0,0 … 90,0 °C [30,0 … 190,0 °F] Fabrieksinstelling: Fabrieksinstelling (alleen als ANL = 8): MX3E: 60,0 °C [140,0 °F] MN3E: 60,0 °C [140,0 °F] MX3A: 58,0 °C [136,0 °F] MN3A: 65,0 °C [150,0 °F]...
Pagina 41
Installatie 9: Zonnesysteem met verwarmingscircuit-retourverhoging De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boi- Een verwarmingscircuit-retourverhoging wordt door relais 2 geactiveerd wanneer lersensor S2. Als het verschil groter is dan of gelijk is aan het ingestelde inschakel- het temperatuurverschil tussen sensoren S3 en S4 groter is dan of gelijk is aan het temperatuurverschil (DT E), wordt de zonnepomp door relais 1 geactiveerd en de ingestelde inschakeltemperatuurverschil (DT3E).
Pagina 42
Weergavekanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina INIT ODB-initialisatie actief ODB-vultijd actief STAB ODB-stabilisatie actief Temperatuur collector TSPU Temperatuur boiler 1 onder TSPO Temperatuur boiler 1 boven TRUE Temperatuur verwarmingscircuit Toerental relais R1 Bedrijfsuren R1 Bedrijfsuren R2 Hoeveelheid warmte KWh Hoeveelheid warmte MWh ZEIT Tijd Instelkanalen...
Pagina 43
Instelkanalen Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina OSPK Optie boilerkoeling OURL Optie boilerkoeling vakantie TURL Temperatuur boilerkoeling vakantie 40 °C [110 °F] Optie minimumlimiet collector Minimumtemperatuur collector 10 °C [50 °F] Optie vorstbescherming Vorstbeschermingstemperatuur 4,0 °C [40,0 °F] Optie vacuümcollector RKAN ORK starttijd 07:00 RKEN ORK eindtijd...
Pagina 44
Installatie 10: Standaardzonnesysteem met afvoer van overtollige warmte De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boi- warmte af te leiden naar een koellichaam. Om veiligheidsredenen vindt deze warm- lersensor S2. Als het verschil groter is dan of gelijk is aan het ingestelde inschakel- teafvoer enkel plaats zolang de boilertemperatuur onder de nood-uitschakeltempe- temperatuurverschil (DT E), wordt de zonnepomp door relais 1 geactiveerd en de ratuur van 95 °C (200 °F) ligt.
Pagina 45
Weergavekanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina Temperatuur collector Temperatuur boiler Temperatuur sensor 3 TSPO Temperatuur boiler boven Temperatuur sensor 4 Toerental relais R1 h P1 Bedrijfsuren R1 h P2 Bedrijfsuren R2 Hoeveelheid warmte KWh Hoeveelheid warmte MWh ZEIT Tijd Instelkanalen Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina...
Pagina 46
Instelkanalen Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina RKLA ORK looptijd 30 s RKSZ ORK stilstandtijd 30 min OWMZ Optie warmteverbruiksmeting VMAX Maximaal debiet 6,0 l/min MEDT Soort vorstbescherming MED% Vorstbeschermingsgehalte (alleen als MEDT = propyleen of ethyleen) 45 % HND1 Handmatige modus R1 Auto HND2 Handmatige modus R2...
F-67580 Mertzwiller Soft version 2.00 100 ... 240 V~ Article/Artikel 7630422 De Sol Plus-regelaar van de ketelregeling meldt het inschakelen van de zonnepomp. Serial number 50-60 Hz PWM 1/2 De ketelregeling verlaagt vervolgens de nominale temperatuur voor de tapwater- 1 (1) A 240 V~...
Bediening en functie Systeembewakingsdisplay Knoppen Systeembewakingsdisplay ê Vooruit (+) Ⓢ (selectie-/ Het systeembewakingsdisplay bestaat uit 3 gedeelten: De kanaalweergave, de sym- instelmodus) bolenbalk en de systeemweergave. Terug (-) Kanaalweergave De regelaar wordt met de 3 drukknoppen onder het display bediend. Knop 1 (+) dient om vooruit door het menu te scrollen of om de instelwaarden te verhogen.
Systeemweergave Wordt continu Knippe- Statusaanduidingen: weergegeven rend In het systeembewakingsdisplay wordt het gekozen schema weergegeven. Het be- staat uit meerdere symbolen voor systeemcomponenten die afhankelijk van de sta- Relais 1 actief ⓵ tus van het systeem knipperen, continu worden weergegeven of verborgen. Relais 2 actief ⓶...
Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Vooruit (+) 1. Taal Î Stel de gewenste menutaal in. Ⓢ (selectie-/ instelmodus) Taalkeuze Keuze: dE, En, Fr, ES, It 2 Terug (-) Fabrieksinstelling: dE Î Sluit de voeding aan De regelaar doorloopt een initialisatiefase. 2. Temperatuureenheid Î Stel de gewenste eenheid in. Als de regelaar de eerste keer of na een reset in bedrijf wordt gesteld, moet een inbedrijfstellingsmenu worden doorlopen.
Pagina 51
Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Bevestig de veiligheidsvraag alleen als het sys- 7. Minimumtoerental teemschema daadwerkelijk moet worden ge- Î Stel het minimumtoerental voor de betreffende wijzigd! pomp in. Veiligheidsvraag: nMN, n1MN, n2MN Î Druk op knop 3 om de veiligheidsvraag te beves- Minimumtoerental tigen.
Inbedrijfstelling Kanaaloverzicht Weergavekanalen Aanwijzing Bevestiging De weergave- en instelkanalen alsmede instelbereiken zijn afhankelijk van Het inbedrijfstellingsmenu afsluiten het geselecteerde systeem, de functies en opties en de aangesloten com- Na het laatste kanaal van het inbedrijfstellingmenu ponenten. wordt gevraagd om een bevestiging van de geconfigu- reerde instellingen.
Pagina 53
Weergave van de collectortemperaturen Weergave sensoren 3 en 4 KOL, KOL1, KOL2 S3, S4 Collectortemperatuur Sensortemperaturen Weergavebereik: -40 … +260 °C [-40 … +500 °F] Weergavebereik: -40 … +260 °C [-40 … +500 °F] Geeft de huidige temperatuur van de betreffende extra sensor zonder regelfunctie Geeft de collectortemperaturen weer.
Pagina 54
Weergave debiet Î Druk gedurende circa 2 sec op toets 3 om naar de resetmodus van de meter te gaan. Het Ⓢ-symbool knippert en de waarde voor de warmtehoeveelheid wordt naar 0 gereset. Î Druk op toets 3 om het resetproces af te sluiten. Druk gedurende ca.
Instelkanalen Installatiekeuze ZEIT Geeft de huidige tijd weer. Î Druk gedurende 2 sec op toets 3 om de uren te kunnen instellen. Installatiekeuze. Î Stel met de knoppen 1 en 2 het uur in. Instelbereik: 1 … 10 Fabrieksinstelling: 1 Î...
Pagina 56
∆T -regeling Toerentalregeling DT E / DT1E / DT2E / DT3E ANS / ANS1 / ANS2 / ANS3 DT S / DT1S / DT2S / DT3S Inschakeltemperatuurverschil Stijging Nominaal temperatuurverschil Instelbereik: 1,0 … 20,0 K [2,0 … 40,0 °Ra] Instelbereik: 1 … 20 K [2 … 40 °Ra] Instelbereik: 1,5 …...
Pagina 57
Met deze parameter kan het soort pompaansturing worden ingesteld. Er kan tussen Maximumtemperatuur boiler de volgende soorten worden gekozen: instelling standaardpomp zonder toerentalregeling • OnOF (pomp aan / pomp uit) instelling standaardpomp met toerentalregeling • PULS (impulspakketbesturing door het halfgeleiderrelais) S MX / S1MX / S2MX instelling HE-pomp Maximumtemperatuur boiler...
Pagina 58
Temperatuurlimiet collector Collectorkoeling Nooduitschakeling collector OKK / OKK1 / OKK2 KMX / KMX1 / KMX2 NOT / NOT1 / NOT2 Optie collectorkoeling Maximumtemperatuur collector Temperatuurlimiet collector Instelbereik: OFF / ON Instelbereik: 70 … 160 °C [150 … 320 °F] Instelbereik: 80 … 200 °C [170 … 390 °F] Fabrieksinstelling: OFF Fabrieksinstelling: 110 °C [230 °F] Fabrieksinstelling: 130 °C [270 °F]...
Pagina 59
Systeemkoeling Boilerkoeling OSpK OURL OSYK DTKE Optie boilerkoeling Optie boilerkoeling vakantie Optie systeemkoeling Inschakeltemperatuurverschil Instelbereik: OFF / ON Instelbereik: OFF / ON Instelbereik: OFF / ON Instelbereik: 1,0 … 30,0 K [2,0 … 60,0 °Ra] Fabrieksinstelling: OFF Fabrieksinstelling: OFF Fabrieksinstelling: OFF Fabrieksinstelling: 20,0 K [40,0 °Ra] De systeemkoeling dient om het zonne-energiesysteem gedurende langere tijd be- drijfsklaar te houden.
Pagina 60
Minimale collectorbegrenzing Wanneer vorstbeschermingsfunctie is geactiveerd, wordt op het display ❄ weerge- geven. Wanneer de vorstbeschermingsfunctie actief is, worden op het display ⓵ en ❄ (knipperend) weergegeven. Aanwijzing Omdat voor deze functie alleen de beperkte hoeveelheid warmte van de OKN / OKN1 / OKN2 KMN / KMN1 / KMN2 boiler ter beschikking staat, dient de vorstbeschermingsfunctie alleen in Optie minimale collectorbegrenzing...
Pagina 61
Boiler pendellogica (alleen beschikbaar, wanneer PRIO SE 1, SE 2, 1 of 2 is ingesteld) De parallelle opwarming wordt afgebroken, zodra het temperatuurverschil tussen collector en voorrangsboiler met 2 K [4 °Ra] onder DTSp daalt of de boiler lager in rang de maximumtemperatuur bereikt. Als PRIO Su 1 of Su 2 wordt ingesteld, worden de boilers opeenvolgend opge- warmd.
Pagina 62
Vacuümcollectorfunctie In installatie 7 observeert de vacuümcollectorfunctie beide collectoren onafhanke- lijk van elkaar. Als de boiler door een collector wordt opgewarmd, werkt de functie toch nog voor de andere collector. Aanwijzing As de drainback-optie ODB is geactiveerd, is RKLA niet beschikbaar. In RKAN dat geval wordt de looptijd bepaald door de parameters tFLL en tSTB.
Pagina 63
Optie drainback Aanwijzing In drainbacksystemen zijn extra componenten, zoals een voorraadbak, noodzakelijk. Activeer de drainback-optie alleen als alle vereiste compo- nenten vakkundig zijn geïnstalleerd. Aanwijzing MEDT VMAX De drainback-optie is alleen beschikbaar in installaties met een boiler en Warmtedragend medium Debiet in l/min een collector (ANL 1, 2, 3, 8 en 9).
Pagina 64
Tijdsbestek inschakelvoorwaarde Boosterfunctie Optie OBST tDTE Boosterfunctie Tijdsbestek inschakelvoorwaarde Instelbereik: ON / OFF Instelbereik: 1 … 100 s Fabrieksinstelling: OFF Fabrieksinstelling: 60 s Met de parameter tDTE wordt het tijdsbestek, waaraan continu aan de inschakel- Deze functie dient om een 2e pomp tijdens het vullen van het systeem extra in te voorwaarde moet worden voldaan, ingesteld.
Pagina 65
ModBus-slave-adres Eenheid EINH Keuze van de temperatuureenheid Instelbereik: 60 … 64 Keuze: °F, °C Stapbreedte: 1 Fabrieksinstelling: °C Fabrieksinstelling: 60 In dit kanaal kan de eenheid worden gekozen, waarin de temperaturen en tempera- In dit kanaal wordt het ModBus-slave-adres ingesteld. tuurverschillen worden weergegeven.
Fouten opsporen Als een storing optreedt, wordt via de symbolen op het display een storingscode weergegeven: Display brandt niet meer. Op het display verschijnt het symbool ☍ en het symbool ⚠ knippert. Sensordefect. In het betrokken sensor-aanduidingskanaal wordt in Controleer bij een gedoofd display de stroomvoorziening van de regelaar. Is plaats van een temperatuur een storingscode aangeduid.
Pagina 67
De pomp loopt warm, maar er is geen warmtetransport van de collector naar De pomp wordt blijkbaar laat ingeschakeld. de boiler, de voor- en terugloop zijn even warm, eventueel ook borrelen in de leiding. Inschakeltemperatuurverschil ∆Taan Zit er lucht in het systeem? Ontlucht het systeem, breng de sys- te groot gekozen? teemdruk minimaal op de statische...
Pagina 68
De boilers koelen 's nachts af Controleer de terugslagklep in de Controleer ook andere pompen Draait de pomp van het collector- warmwatercirculatie - ok die met de zonneboiler verbonden circuit 's nachts? zijn. Controleer de regelfunctie Reinigen resp. vervangen. De temperatuur van de collector is 's nachts hoger dan de buitentem- De zwaartekrachtcirculatie in de Controleer de terugslagklep in...
Sensoren en meetinstrumenten Datalogger DL2 Temperatuursensoren Met de aanvullende module kunnen grotere gegevenshoeveelheden (bijv. meet- en Ons assortiment bestaat uit hoge-temperatuursensoren, sensoren voor vlakke in- verbruikswaarden van het zonnesysteem) gedurende een langere periode worden stallatie, buitentemperatuursensoren, omgevingstemperatuursensoren en sensoren geregistreerd. De DL2 kan via de geïntegreerde webinterface met een standaard voor buisinstallatie als ook complete sensoren met dompelhuls.