tijdwaarschuwingen instellen voor uw raceprofiel en u kunt een
Auto Lap positie-trigger gebruiken voor uw mountainbikeprofiel.
De gegevenspagina's aanpassen
U kunt de gegevenspagina's voor elk activiteitenprofiel
aanpassen
(Profielen, pagina
1
Selecteer in het startscherm
2
Selecteer een profiel.
3
Selecteer Trainingpagina's.
4
Selecteer een gegevenspagina.
5
Schakel zo nodig de gegevenspagina in.
6
Wijzig het aantal gegevensvelden dat u op de pagina wilt
zien.
7
Selecteer
.
8
Selecteer een gegevensveld om het te wijzigen.
9
Selecteer
.
Auto Pause gebruiken
U kunt de functie Auto Pause gebruiken om de timer
automatisch te onderbreken als u stopt met bewegen of
wanneer uw snelheid onder de opgegeven waarde komt. Dit is
handig als er verkeerslichten of andere plaatsen voorkomen in
uw route waar u langzamer moet fietsen of moet stoppen.
OPMERKING: De geschiedenis wordt niet vastgelegd wanneer
de timer is gestopt of gepauzeerd.
1
Selecteer in het startscherm
2
Selecteer een profiel.
3
Selecteer Auto Pause > Auto Pause-modus.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Zodra gestopt om de timer automatisch te
onderbreken wanneer u stopt met bewegen.
• Selecteer Aangepaste snelheid om de timer automatisch
te pauzeren wanneer uw snelheid onder een bepaalde
waarde komt.
5
Pas zo nodig optionele tijdgegevensvelden aan
gegevenspagina's aanpassen, pagina
Het gegevensveld Tijd - Verstreken geeft de volledige
verstreken tijd weer, inclusief de gepauzeerde tijd.
Ronden op positie markeren
Met Auto Lap kunt u de ronde automatisch markeren op een
bepaalde positie. Dit is handig als u uw prestaties tijdens
verschillende gedeelten van een rit wilt vergelijken (bijvoorbeeld
na een lange klim of na een sprint). Tijdens een koers kunt u de
functie Op positie gebruiken om een ronde te starten bij alle
rondeposities die voor de koers zijn vastgelegd.
1
Selecteer in het startscherm
2
Selecteer een profiel.
3
Selecteer Auto Lap > Auto Lap-trigger > Op positie >
Ronde bij.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Alleen bij drukken op Lap om de rondeteller te
activeren telkens als u
van deze locaties opnieuw passeert.
• Selecteer Start & ronde om de rondeteller te activeren op
de GPS-locatie waar u
tijdens de rit waar u
• Selecteer Markeer en ronde om de rondeteller te
activeren op een specifieke GPS-locatie die u vóór de rit
hebt gemarkeerd en bovendien op elke locatie tijdens de
rit wanneer u
selecteert.
5
Pas zo nodig de rondegegevensvelden aan
gegevenspagina's aanpassen, pagina
Uw toestel aanpassen
14).
> Activiteitenprofielen.
> Activiteitenprofielen.
(De
15).
> Activiteitenprofielen.
selecteert en telkens als u een
selecteert en op elke locatie
selecteert.
(De
15).
Ronden op afstand markeren
Met Auto Lap kunt u de ronde automatisch markeren na een
bepaalde afstand. Dit is handig als u uw prestaties tijdens
verschillende gedeelten van een rit wilt vergelijken (bijvoorbeeld
om de 10 mijl of 40 km).
1
Selecteer in het startscherm
2
Selecteer een profiel.
3
Selecteer Auto Lap > Auto Lap-trigger > Op afstand >
Ronde bij.
4
Voer een waarde in.
5
Pas zo nodig de rondegegevensvelden aan
gegevenspagina's aanpassen, pagina
Auto Scroll gebruiken
Met deze functie voor automatisch bladeren doorloopt u
automatisch alle pagina's met trainingsgegevens terwijl de timer
loopt.
1
Selecteer in het startscherm
2
Selecteer een profiel.
3
Selecteer Auto Scroll > Auto Scroll-snelheid.
4
Selecteer een weergavesnelheid.
De startmelding wijzigen
Met deze functie herkent het toestel automatisch dat er
satellietsignalen worden ontvangen en dat de fiets rijdt. U wordt
er zo aan herinnerd de timer in te stellen, zodat uw ritgegevens
worden vastgelegd.
1
Selecteer in het startscherm
2
Selecteer een profiel.
3
Selecteer Startmelding > Startmeldingsmodus.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Eenmaal.
• Selecteer Herhalen > Vertraging herhalen om in te
stellen na hoeveel tijd de melding wordt weergegeven.
Systeeminstellingen
Selecteer
> Systeem.
• GPS-instellingen
(GPS-instellingen, pagina
• Scherminstellingen
(Scherminstellingen, pagina
• Instellingen voor gegevensopslag
gegevens vastleggen, pagina
• Toestelinstellingen
(De maateenheden wijzigen, pagina
• Configuratie-instellingen
wijzigen, pagina
16)
• Taalinstellingen
(De taal van het toestel wijzigen, pagina
• Tooninstellingen
(De toestelgeluiden instellen, pagina
GPS-instellingen
Indoortrainingen
U kunt GPS uitschakelen bij indoortrainingen om
batterijvermogen te sparen.
Selecteer in het startscherm
modus > Uit.
Als GPS is uitgeschakeld, zijn er geen snelheids- en
afstandsgegevens beschikbaar, tenzij u over een optionele
sensor beschikt die deze gegevens naar het toestel verzendt
(bijvoorbeeld de GSC 10). De volgende keer dat u het toestel
inschakelt, zoekt het toestel weer naar satellietsignalen.
De hoogte instellen
Als u over nauwkeurige hoogtegegevens voor uw huidige locatie
beschikt, kunt u de hoogtemeter op het toestel handmatig
kalibreren.
> Activiteitenprofielen.
(De
15).
> Activiteitenprofielen.
> Activiteitenprofielen.
15)
16)
(Instellingen voor
16)
(De configuratie-instellingen
> Systeem > GPS > GPS-
16)
16)
16)
15