5. Maak uzelf vertrouwd met de belangrijke informatie in dit
document met betrekking tot kompaslinearisatie. Volg de
gegeven instructies op om er zeker van te zijn dat het proces
goed wordt doorlopen.
6. Nadat u met succes de hierboven genoemde stappen hebt
doorlopen, dient u zichzelf ook vertrouwd te maken met de
informatie over kompasvergrendeling.
De stuurautomaat-bedienunit inschakelen
De stuurautomaat-bedienunit aan zetten
1. Druk de STAND-BY-knop in en houd hem één seconde
ingedrukt totdat het Raymarine-logo verschijnt.
Als de unit voor het eerst wordt aangezet of na een reset naar
de fabrieksinstellingen wordt een instellingenwizard gestart.
Opmerking: Het Raymarine-logo wordt niet weergegeven als
de unit in 'slaapmodus' is, het lijkt of de unit uit staat maar hij
staat wel aan.
2. Om de stuurautomaat-bedienunit uit te schakelen houdt u de
STAND-BY-knop ingedrukt. Na 1 seconde verschijnt een
pop-up.
3. Blijf de STAND-BY-knop nog 3 seconden ingedrukt houden
om de unit volledig uit te laten schakelen.
Opmerking: U kunt de stuurautomaat-bedienunit niet
uitschakelen wanneer deze in AUTO-modus staat.
De instellingenwizard gebruiken
De instellingenwizard begeleidt u door de stappen voor het
instellen van belangrijke voorkeuren zoals de voorkeurstaal en
het correcte scheepstype.
De instellingenwizard bevat 3 stappen: taalselectie, scheepstype
en welkomstvenster. Wanneer u de p70 / p70R voor het eerst
inschakelt in een niet-geconfigureerd systeem, wordt deze
instellingenwizard automatisch weergegeven en zijn de eerste 3
stappen hieronder niet nodig.
Doe het volgende terwijl de stuurautomaat in Stand-by-modus is:
1. Selecteer Menu.
2. Selecteer Instellingen.
3. Selecteer Instellingenwizard.
4. Selecteer de gewenste taal.
5. Selecteer het vereiste scheepstype.
Het welkomstvenster wordt weergegeven en uw keuzes zijn
opgeslagen.
6. Selecteer OK om de instellingenwizard te voltooien.
Selectie van het scheepsromptype
De opties voor het scheepsromptype zijn ontwikkeld voor
optimale stuurprestaties voor gebruikelijke schepen.
Het is belangrijk het scheepsromptype te selecteren als onderdeel
van de eerste installatie, omdat het een belangrijk element
vormt van het kalibratieproces van de stuurautomaat. U kunt de
opties op ieder moment wanneer de stuurautomaat stand-by is
openen doorMENU > Instellingen > Kalibratie stuurautomaat >
Scheepsinstellingen > Scheepsromptype te selecteren.
Houd daarbij als algemene richtlijn aan de optie te selecteren
die het meest lijkt op uw scheepstype en stuurkarakteristieken.
De opties zijn:
2
1
• Zeilen.
• Zeilen (langzaam draaien).
• Zeilen catamaran.
• Motorboot.
• Motorboot (langzaam draaien).
• Motorboot (snel draaien).
Het is belangrijk dat u zich ervan bewust bent dat de krachten bij
het sturen (en daardoor de draaisnelheid) aanzienlijk kunnen
variëren afhankelijk van de combinatie van scheepstype,
stuursysteem en aandrijvingstype. De beschikbare opties voor
het scheepsromptype vormen daarom slechts een richtlijn. U zou
ervoor kunnen kiezen te experimenteren met de verschillende
opties voor het scheepsromptype, omdat u de stuurprestaties van
uw schip mogelijk kunt verbeteren door een ander scheepstype
te selecteren.
Bij het kiezen van een geschikt scheepstype dient de nadruk te
liggen op een veilige en betrouwbare stuurrespons.
Belangrijk: Als u het scheepstype wijzigt nadat u het
Dokpierkalibratieproces (met behulp van de Dokpierwizard)
hebt uitgevoerd, worden alle instellingen van de inbedrijfstelling
gereset naar de standaard instellingen en dient u het
Dokpierkalibratieproces opnieuw uit te voeren.
De Dokpierwizard gebruiken
Het dokpierkalibratieproces moet worden uitgevoerd voordat
het Evolution-stuurautomaatsysteem voor de eerste keer kan
worden gebruikt. De Dokpierwizard begeleidt u door de stappen
die moeten worden uitgevoerd voor dokpierkalibratie.
De Dokpierwizard bevat verschillende stappen, afhankelijk van de
vraag of er op uw schip een roerstandterugmelder is gemonteerd
of niet:
De volgende Dokpierwizardproce-
dures zijn alleen van toepassing op
schepen zonder een roerstandte-
rugmelder:
• Selectie aandrijvingstype.
• Instellen roerlimiet.
• Instellen van de boord-boordtijd
(Raymarine adviseert deze
informatie te specificeren
nadat de Dokpierwizard en de
roeraandrijvingscontrole zijn
uitgevoerd, met behulp van de
menu-optie Boord-boordtijd).
• Controle roeraandrijving.
Om de wizard te openen, dient u er zeker van te zijn dat de
stuurautomaat in Stand-by-modus is. Daarna doet u het
volgende:
1. Selecteer Menu.
2. Selecteer Instellingen.
3. Selecteer Kalibratie stuurautomaat.
4. Selecteer Inbedrijfstelling.
5. Selecteer Dokpierwizard.
De volgende Dokpierwizardproce-
dures zijn alleen van toepassing op
schepen met een roerstandterug-
melder:
• Selectie aandrijvingstype.
• Roer uitlijnen (roeruitlijning).
• Instellen roerlimiet.
• Controle roeraandrijving.
Inbedrijfstelling - Evolution-stuurautomaat