TORNATECH MODEL GPD DIESEL BRANDBLUSPOMPCONTROLLER
Opmerking: Dit document moet een officiële aanduiding zijn voor of de installatie en algemene staat van de
apparatuur al dan niet voldoende is voor een veldovernametest. Dit document moet tevens een hulpmiddel
zijn voor de persoon die verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de veldovernametest, bij zijn of haar
beslissing of de veldovernametest van de apparatuur al dan niet moet worden uitgevoerd.
Checklist installatie:
Controleer of de typeplaat van de brandbluspompcontroller overeenkomt met de
1
beschikbare wisselstroomspanning en de gelijkstroomspanning voor het starten van de
motor.
Visuele inspectie op eventuele schade aan de buitenkant van de
2
brandbluspompcontroller. Controleer of de behuizing, de alarmbel, de
keuzeschakelaar, het membraan en het scherm niet zijn beschadigd.
Controleer of de brandbluspompcontroller binnen het zicht van de pomp en motor is
3
geïnstalleerd.
Controleer of de brandbluspompcontroller op minimaal 12 inch van de vloer in de
4
mechanische ruimte is geïnstalleerd.
Controleer of alle elektrische aansluitingen naar de brandbluspompcontroller tot stand
5
gebracht zijn met vloeistofdichte geleidingen en aansluitingen.
Voer met de deur van de brandbluspompcontroller geopend een visuele inspectie uit op
eventuele boorspaanders, vuil of vreemde voorwerpen op de bodem van de behuizing,
6
op losse draden, gebroken onderdelen en op het algemene correcte vakmanschap van
de elektricien.
Controleer of de juiste wisselstroom wordt geleverd aan de controller door de spanning
7
te meten bij de aansluitklemmen L1 en N (120V) of L1 en L2 (220-240).
Controleer of de aansluitingen van de aansluitklemmen tussen de
8
brandbluspompcontroller en de motor (1 tot en met 12 en
301,302,303,304,305,310,311,312) correct zijn uitgevoerd.
Controleer of de bedrading naar de aansluitklemmen #6, #8 (batterijen) en #11 (aarde)
9
de correcte maten voor de meter heeft. Zie het label aan de binnenkant van de
controller.
10
Controleer of de brandbluspompcontroller goed geaard is.
Checklist voor eerste keer inschakelen:
Controleer of de keuzeschakelaar op de "UIT"-stand staat.
1
Met de deur van de brandbluspompcontroller geopend zet u de stroomonderbrekers
CB3 en CB4 (DC) op "ON" en vervolgens CB1 en CB2 (AC), en daarna IS1. Deze
2
volgorde is zeer belangrijk.
Sluit de deur van de brandbluspompcontroller. Controleer op de ViZiTouch Homepage
3
of de juiste batterijspanning verschijnt.
Zet de keuzeschakelaar op de "HAND"-stand. Controleer of er geen alarmen op het
4
scherm verschijnen.
Zet de keuzeschakelaar op de "AUTO"-stand. Controleer of er geen alarmen op het
5
scherm verschijnen.
Checklist voor handmatige en automatische start:
Zet de keuzeschakelaar op de "Hand"-stand.
1
Controleer of de motor start door op de membraanknop "Batterij # 1 Handmatig starten"
2
te drukken.
Stop de motor door de keuzeschakelaar in de "UIT"-stand te zetten.
3
Controleer of de motor start door op de membraanknop "Batterij # 2 Handmatig starten"
4
te drukken.
Stop de motor door de keuzeschakelaar in de "UIT"-stand te zetten.
5
Configureer de instellingen voor de start- en einddruk door het volgen van de
ViZiTouch-documentatie. U moet ingelogd zijn om deze instellingen te kunnen wijzigen.
6
Controleer de automatische start door de systeemdruk onder de startdrukinstelling te
laten dalen.
Stop de motor door op de "Stop"-knop te drukken. Opmerking: De motor stopt alleen
7
als de systeemdruk boven de uitschakelwaarde ligt.
VOORAFGAANDE VELDOVERNAMETEST
CHECKLIST
JA
NEE
JA
NEE
JA
NEE
58