#
Kleur van de doos
1
Groen
2
Groen
3
Rood
4
Grijs
E: Status wisselstroom: Rood als er een storing is en anders groen.
F: Ampèremeter: Geeft de actuele stroom tussen de lader en de batterij weer in ampère.
G: De batterij: De batterij is rood als deze een storing heeft en anders groen. De gegevens tonen de actuele
spanning van de batterij en de lader in volt.
H: Contact startschakelaar: Is grijs als hij niet actief is (open) en groen als hij actief is (gesloten) tijdens een
startprocedure.
I: Statusvenster startschakelaar: Dit venster verschijnt alleen tijdens een startprocedure. De teller binnenin geeft de
timer van de stap aan, van 15 tot 0 seconden. Aangezien er twee soorten startprocedures zijn, 'wachten op
startprocedure' en 'bezig met startprocedure', verschijnen er afwisselen twee symbolen: een tandwiel tijdens de
startmodus en een zandloper tijdens de wachtmodus.
J: Tandwiel van de starter: Is grijs als hij niet actief is en groen als hij geactiveerd is tijdens het starten.
K: De dieselmotor: Is grijs als de motor gestopt is, groen als een signaal "Draaien van motor" gedetecteerd wordt
en rood als "Starten mislukt" is opgetreden na 6 mislukte startpogingen. In de motor zijn twee belangrijke alarmen
vertegenwoordigd: het 'lage oliedruk':alarm en het 'hoge motortemperatuur':alarm. Deze alarmen zullen de motor
alleen stopzetten als deze in de testmodus draait. Als een alarm actief is, wordt het betreffende alarmsymbool rood.
L : Brandstofsolenoïdeklep Deze klep regelt de brandstofstroming naar de motor. Wanneer de brandstofsolenoïde
is geactiveerd, wordt de klep horizontaal in groen weergegeven en stroomt de gele representatie van de brandstof
door de volledige leiding heen. Wanneer de 'stopsolenoïdeklep' is geactiveerd, draait de klep naar de verticale
stand en wordt rood; de gele representatie van de brandstof stopt nu bij de klep, ter aanduiding dat de brandstof
niet meer doorstroomt.
M: Geeft de oorzaak van het starten of stoppen van de motor weer. In een berichtenvak wordt de reden waarom de
motor draait aangegeven. Mogelijke keuzes zijn, maar zijn niet beperkt tot:
Lokaal: (Optioneel) Deze startoorzaak wordt geactiveerd als de motor ter plekke, rechtstreeks via het
bedieningspaneel wordt gestart en de optie is ingeschakeld.
Handmatig: De controller ontvangt een handmatig startverzoek via een of beide handmatige
startmembraanknoppen terwijl de keuzeschakelaar in de "HAND"-stand staat.
Extern handmatig: Handmatig starten van de motor wordt geactiveerd door een extern startcontact.
Overstroming: Automatisch starten van de motor wordt geactiveerd door een overstromingsklep.
Auto: Automatisch starten van de motor wordt geactiveerd door een drukverval.
Extern auto: Automatisch starten van de motor wordt geactiveerd door externe apparatuur.
Stroming: Automatisch starten van de motor wordt geactiveerd door een signaal in de FLOW/ZONE START/STOP-
ingang.
Kleur van de bliksem
Groen
Geel
Rood
Grijs
Staat
Normale activiteiten (minder dan 2 ampère)
Opladen (boven 2 ampère)
Mislukking
Geen AC-spanning
22