Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Tornatech GPD Installatie- En Onderhoudshandleiding pagina 55

Brandbluspompcontrollers met dieselmotor
Inhoudsopgave

Advertenties

Zwakke batterij 1
U moet ingelogd zijn om deze instellingen te kunnen wijzigen. Ga naar Config > Geavanceerd > Alarmen > Zwakke
batterij 1. Verander het instelpunt voor Zwakke batterij 1 in de maximaal toelaatbare waarde.
Zwakke batterij 2
U moet ingelogd zijn om deze instellingen te kunnen wijzigen. Ga naar Config > Geavanceerd > Alarmen > Zwakke
batterij 2. Verander het instelpunt voor Zwakke batterij 2 in de maximaal toelaatbare waarde.
Batterij 1 te hoge spanning
U moet ingelogd zijn om deze instellingen te kunnen wijzigen. Ga naar Config > Geavanceerd > Alarmen > Batterij 1
te hoge spanning. Verander het instelpunt voor Batterij 1 te hoge spanning in de minimaal toelaatbare waarde.
Batterij 2 te hoge spanning
U moet ingelogd zijn om deze instellingen te kunnen wijzigen. Ga naar Config > Geavanceerd > Alarmen > Batterij 2
te hoge spanning. Verander het instelpunt voor Batterij 2 te hoge spanning in de minimaal toelaatbare waarde.
Continuïteitsverlies 1
Maak motordraad #9 los (zie de tekening voor meer informatie). Wacht 1-2 minuten.
Continuïteitsverlies 2
Maak motordraad #10 los (zie de tekening voor meer informatie). Wacht 1-2 minuten
Onderdruk
U moet ingelogd zijn om deze instellingen te kunnen wijzigen. Ga naar Config > Geavanceerd > Alarmen >
Onderdruk. Verander het instelpunt voor Onderdruk in de maximaal toelaatbare waarde.
Overdruk
U moet ingelogd zijn om deze instellingen te kunnen wijzigen. Ga naar Config > Geavanceerd > Alarmen > Overdruk.
Verander het instelpunt voor Overdruk in de minimaal toelaatbare waarde.
Lage pneumatische druk
Plaats een hulpdraad tussen de ingang voor Lage pneumatische druk en de aarde (zie de tekening voor meer
informatie). Merk op dat de pneumatische opstartprocedure gestopt wordt door dit alarm.
Probleem met motor
Om dit gemeenschappelijke alarm te activeren moet ten minste één van de volgende alarmen actief zijn: Starten
mislukt, te hoog toerental, keuzeschakelaar elektronische besturingsmodule in wisselstroomstand (301), storing
brandstofinjectie (302), waarschuwing elektronische besturingsmodule (303), storing elektronische besturingsmodule
(304), lage motortemperatuur (312), lage oliedruk, hoge motortemperatuur, batterij 1 storing, batterij 2 storing,
continuïteitsverlies 1, continuïteitsverlies 2, overdruk of lage pneumatische druk
Lage reservetemperatuur
Maak de Reservetemperatuur-aansluiting los. Afhankelijk van uw type sensor plaatst u een hulpdraad tussen de
positieve pin (links) of de negatieve pin (rechts) en de signaalpin (midden) van deze connector (zie de tekening voor
meer informatie).
Wekelijkse testinschakeling niet bereikt
U moet ingelogd zijn om deze instellingen te kunnen wijzigen. Ga naar de configuratiepagina. Verander de waarde
voor Inschakeling in 0. Druk op de knop Test uitvoeren (gele membraanknop). Wacht tot de test afgelopen is.
Stroming starten
Plaats een hulpdraad tussen de ingang voor Stroming starten en de aarde (zie de tekening voor meer informatie).
Koeling geen flow
Plaats een hulpdraad tussen de ingang Koeling geen flow en de aarde (zie de tekening voor meer informatie).
Stromingsmeter aan
Plaats een hulpdraad tussen de ingang voor Stromingsmeter aan en de aarde (zie de tekening voor meer informatie).
55

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave