Inleiding
Brandbluspompcontrollers met dieselmotor zijn ontworpen voor het automatisch starten van een door een
dieselmotor aangedreven brandbluspomp wanneer er drukverval in het brandbestrijdingssysteem wordt
gedetecteerd. Een brandbluspompcontroller met dieselmotor levert automatische en handmatige start- en
stopmogelijkheden. Een automatische start wordt aangestuurd door een drukomzetter of door externe
automatische instrumenten, zoals een overstromingsklep. Een handmatige start wordt aangestuurd door middel
van een externe handmatige knop of een drukknop op de controller. De automatische uitschakelingsoptie zorgt
voor automatische stopzetting, 30 minuten na een automatische start, als alle oorzaken voor het starten weer zijn
teruggekeerd in de normale staat. De brandbluspompcontroller met dieselmotor is uitgerust met twee
batterijladers, zodat de batterijen van de motor continu opgeladen blijven.
Typen brandbluspompcontrollers met dieselmotor
CATALOGUSNUMMER BRANDBLUSPOMP
MODELNR. VAN VOORBEELD: GPD-12-120
Voorvoegsel van model: GPD, GPDFM
Batterijspanning: 12=12v, 24=24v
Ingangsspanning: 120=110/120V 50/60Hz, 220=208/240V 50/60Hz
Start-/stopmethoden
De controllers zijn verkrijgbaar als combinatie automatisch / niet-automatisch met voorziening voor handmatige of
automatische uitschakeling (automatische uitschakeling is alleen mogelijk na een automatische start).
STARTMETHODEN
AUTOMATISCH STARTEN
De controller start automatisch bij detectie van lage druk door de druksensor, als de druk onder de
inschakeldrempel daalt.
HANDMATIGE START
Als de hoofdschakelaar in de stand HAND staat, kan de motor worden gestart door op de drukknop STARTKNOP
1 en/of STARTKNOP 2 te drukken. Het maakt hierbij niet uit wat de systeemdruk is. De brandstofsolenoïdeklep
gaat open zodra op een STARTKNOP wordt gedrukt en blijft in deze staat.
EXTERNE HANDMATIGE START
De motor kan gestart worden vanaf een externe locatie door een contact van een handmatige drukknop kort te
sluiten.
EXTERNE AUTOMATISCHE START, START DOOR OVERSTROMINGSKLEP
De motor kan gestart worden vanaf een externe locatie door een contact dat op een automatisch apparaat is
aangesloten, kort te openen. De controller moet in de automatische modus staan.
GESCHAKELDE START
Bij gebruik van meerdere pompen kan het nodig zijn om het starten van elke motor uit te stellen als de waterdruk
daalt, om te voorkomen dat alle motoren gelijktijdig starten.
FLOW START, HOGE ZONE-START
De pomp kan worden gestart door middel van het openen/sluiten van een contact op de FLOW/ZONE
START/STOP-ingang.
WEKELIJKSE START
De motor kan automatisch gestart (en gestopt) worden op de voorgeprogrammeerde tijd.
5