Deze pagina wordt gebruikt om bepaalde kenmerken van de batterijen en laders in te stellen.
Lader 1-2 referentiespanning: Dit is de normale spanning van de laders in de zwevende modus, en dient als
referentie voor het activeren van het alarm "lader fout".
Zwakke batterij 1-2: Onder deze spanningswaarde worden de batterijen als zwak beschouwd. In dat geval gaat het
alarm "zwakke batterij" af.
Batterij 1-2 te hoge spanning: Boven deze spanningswaarde worden de batterijen in overspanning beschouwd. In
dat geval gaat het alarm "batterij te hoge spanning" af.
Teller batterij ontbreekt voor alarm: Dit is het aantal keer dat de test "batterij ontbreekt" moet mislukken voordat het
alarm "batterij fout" afgaat.
Gezondheidsbewaking lader-boost inschakelen: Als dit vakje aangevinkt is, wordt bewaking van de gezondheid van
de lader-boost ingeschakeld.
Testinterval gezondheidsbewaking lader-boost: Dit is het minimale interval tussen twee lader-boost-tests.
Detectiedrempel lader-boost: Dit is de minimumwaarde die de spanning moet stijgen tijdens een boost-test om de
test als geslaagd te beschouwen.
Starterconfiguratie
Configuratie> Geavanceerd> Starterconfiguratie
Deze pagina geeft informatie over de laderconfiguratie. Als er meer dan één starter is geïnstalleerd, is het mogelijk
om te kiezen welke starter het eerst wordt geactiveerd.
Starttijd: duur van een startfase.
Rust tussen aanzwengelen: duur van de pauzes tussen twee startende stappen.
Aanzwengingsstappen: het aantal keren dat de controller de starter activeert.
34