Geheugen- en cartografiekaarten
U kunt MicroSD-geheugenkaarten gebruiken om een
back-up/archiefbestand te maken (bijv. waypoints
en tracks). Nadat een back-up van gegevens is
opgeslagen op een geheugenkaart, kunnen de oude
gegevens van het systeem worden gewist, waardoor
ruimte wordt vrijgemaakt voor nieuwe gegevens. De
gearchiveerde gegevens kunnen op ieder moment
worden teruggezet. Cartografische kaartmodules
geven aanvullende of bijgewerkte cartografische
informatie.
Aanbevolen wordt regelmatig een back-up van uw
gegevens te maken op een geheugenkaart. Sla
GEEN gegevens op op een geheugenkaart die
cartografiegegevens bevat.
Compatibele kaarten
De volgende soorten MicroSD-kaarten zijn
compatibel met uw display:
• Micro Secure Digital Standard-Capacity
(MicroSDSC)
• Micro Secure Digital High-Capacity (MicroSDHC)
Opmerking:
• De maximale geheugenkaartcapaciteit die
wordt ondersteund is 32 GB.
• MicroSD-kaarten moeten zijn geformatteerd
voor het FAT- of FAT 32-bestandssysteem om
met uw MFD te kunnen worden gebruikt.
Snelheidsklasse
Voor de beste prestaties wordt u geadviseerd
geheugenkaarten van klasse 10 of UHS (Ultra High
Speed) te gebruiken.
Cartografie
Uw product is voorgeladen met elektronische
cartografie (wereldwijde basiskaart). Als u
andere cartografiegegevens wilt gebruiken, kunt
u compatibele kaarten met cartografie in de
geheugenkaartlezer van de unit plaatsen.
Gebruik alleen cartografie- en geheugenkaarten
van bekende merken
Wanneer u gegevens archiveert of een elektronische
cartografiekaart maakt adviseert Raymarine
gebruik te maken van geheugenkaarten van
kwaliteitsmerken. Het kan zijn dat sommige
geheugenkaartmerken niet werken in uw unit. Neemt
u alstublieft contact op met de klantenservice voor
een lijst met aanbevolen kaarten.
EMC-installatierichtlijnen
Apparatuur en accessoires van Raymarine voldoen
aan de toepasselijke regels voor Elektromagnetische
Compatibiliteit (EMC) om elektromagnetische
interferentie tussen apparatuur en het effect daarvan
op de prestaties van uw systeem te minimaliseren.
Correcte installatie is vereist om te garanderen dat
EMC-prestaties niet nadelig worden beïnvloed.
Belangrijke informatie
Opmerking: In gebieden met extreme
EMC-interferentie, kan enige lichte interferentie
worden waargenomen op het product. Wanneer dit
gebeurt, dient de afstand tussen het product en de
bron van de interferentie te worden vergroot.
Voor optimale EMC-prestaties adviseren wij waar
mogelijk om:
• Raymarine-apparatuur en daaraan aangesloten
kabels:
– ten minste 1 m (3 ft) verwijderd te houden
van apparatuur of kabels die radiosignalen
verzenden of dragen, zoals marifoons, kabels
en antennes. In het geval van SSB-radio's dient
u de afstand te vergroten tot 2 m (7 ft).
– meer dan 2 m (7 ft) verwijderd te houden van
de baan van een radarstraal. Een radarstraal
wordt normaal gesproken tot 20 graden boven
en onder het stralingselement verspreid.
• Het product te voeden via een andere accu dan
de accu die wordt gebruikt voor het starten van
de motor. Dit is van belang voor het voorkomen
van fouten en verlies van gegevens, hetgeen kan
optreden als de motor niet met een aparte accu
wordt gestart.
• Kabels te gebruiken volgens specificaties van
Raymarine.
• Kabels niet af te snijden of te verlengen, tenzij
dit in de installatiehandleiding nauwkeurig wordt
beschreven.
Opmerking: Waar beperkingen met betrekking
tot de installatie een van de bovenstaande
aanbevelingen belemmeren, dient u altijd de
grootst mogelijke afstand tussen verschillende
elektronische apparaten te garanderen om
zodoende de best mogelijke omstandigheden voor
EMC-prestaties te creëren in de gehele installatie.
RF-blootstelling
Deze apparatuur voldoet aan de FCC / IC
RF-blootstellingslimieten voor menselijke / niet
gecontroleerde blootstelling. De draadloze
LAN-/Bluetooth-antenne is gemonteerd achter de
afdekplaat aan de voorkant van het display. Deze
apparatuur dient te worden geïnstalleerd en gebruikt
met een minimale afstand van 1 cm (0,39 in) tussen
het apparaat en de behuizing. Deze zender mag
niet naast of samen met een andere antenne of
zender worden geplaatst, behalve wanneer in
overeenstemming met de productprocedures van de
FCC voor systemen met meerdere zenders.
FCC
Compliance-verklaring (deel 15.19)
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de
FCC-richtlijnen. Het mag alleen worden gebruikt
onder de volgende twee voorwaarden:
9