Implementatie — aansluiting op distributiepaneel
• Als alternatief kan de meegeleverde voedingskabel
worden verbonden met een geschikte
stroomonderbreker of schakelaar op het
distributiepaneel of voedingsdistributiepunt van
het schip.
• Het distributiepunt dient te worden gevoed door
de primaire voedingsbron van het schip door een
8 AWG (8,36 mm
2
) kabel.
• In het ideale geval dient alle apparatuur
te worden verbonden via afzonderlijke
thermische stroomonderbrekers of zekeringen
met de juiste waarde en de passende
stroomkringbeveiliging. Wanneer dit niet mogelijk
is en een stroomonderbreker wordt gedeeld door
meerdere apparaten, gebruikt u afzonderlijke
inline-zekeringen voor iedere stroomkring om te
zorgen voor de benodigde beveiliging.
• U dient altijd de aanbevolen waarden
voor stroomonderbrekers/zekeringen in de
productdocumentatie in acht te nemen.
• Als u de voedingskabel voor uw product wilt
verlengen, dient u de adviezen over de speciale
Verlengkabels voeding uit de productdocumentatie
in acht te nemen.
Belangrijk: Houdt u er rekening mee dat de juiste
waarde voor de thermische stroomonderbreker
afhankelijk is van het aantal apparaten dat u
aansluit.
Aarding
Zorg ervoor dat u de adviezen voor aarding in de
productdocumentatie in acht neemt.
Meer informatie
Raymarine adviseert de 'best practice' in acht te
nemen voor alle elektrische installaties op schepen,
zoals vermeld in de volgende normen:
• BMEA Gedragscode voor elektrische en
elektronische installaties op schepen
• NMEA 0400 Installatienorm
• ABYC E-11 AC & DC Elektrische systemen op
schepen
• ABYC A-31 Acculaders en omvormers
• ABYC TE-4 Beveiliging tegen onweer
Verlengen voedingskabel
Het product wordt geleverd met een voedingskabel
die indien nodig kan worden verlengd.
• De voedingskabel voor iedere unit in uw systeem
dient te worden gelegd als afzonderlijke 2-draads
42
kabel uit één stuk vanaf de unit naar de accu of
het distributiepaneel van het schip.
• Raymarine adviseert een minimale draaddikte
van 18 AWG (0,82 mm
• Onafhankelijk van de lengte van de verlengkabel
voor de voeding, dient u ervoor te zorgen dat de
minimale spanning bij de stroomaansluiting van
D13348-1
het product 10,8 V is bij een volledige lege accu
met 11 V.
Belangrijk: Houd er rekening mee dat sommige
producten in uw systeem (zoals sonarmodules)
op bepaalde momenten spanningspieken kunnen
veroorzaken die van invloed kunnen zijn op
de spanning die beschikbaar is voor andere
producten.
Aarden — speciale afvoerdraad
De voedingskabel die met dit product is meegeleverd
beschikt over een speciale afgeschermde
(verstevigde) draad voor aansluiting op het
RF-aardingspunt van het schip.
Het is van belang dat er een een doeltreffende
RF-aarding is aangesloten op het systeem. Er
moet één aardingspunt worden gebruikt voor alle
apparatuur. De unit kan worden geaard door de
afgeschermde (afvoer-) draad van de voedingskabel
aan te sluiten op het RF-aardingspunt van het schip.
Op schepen zonder een RF-aardingssysteem dient
de afgeschermde (afvoer-) draad direct te worden
aangesloten op de negatieve accupool.
Het gelijkspanningssysteem dient één van de
volgende te zijn:
• Negatief geaard, met de negatieve accupool
aangesloten op de massa van het schip.
• Bufferaarde, waarbij geen van beide accupolen
zijn verbonden met de massa van het schip.
Waarschuwing: Productaarding
Voordat u dit product aansluit op de
voeding, moet u zich ervan verzekeren
dat het op de juiste manier is geaard,
in overeenstemming met de gegeven
instructies.
Waarschuwing: Systemen met
positieve aarding
Sluit deze unit niet aan op systemen met
positieve aarding.
2
) voor alle verlengkabels.
Dragonfly–4 / Dragonfly–5 / Dragonfly–7 / Wi–Fish