Mogelijke oorzaken
Snelheid van het schip is te hoog
(zee)Bodem te ondiep of te diep
Slecht/problematisch beeld
Mogelijke oorzaken
Scrollen gepauzeerd
De gevoeligheidsinstellingen kunnen
ongeschikt zijn voor de omstandigheden.
Beschadigde kabels
Plaats van de transducer
Transducer opgeklapt
Beschadigde of defecte transducer
Beschadigde transducerkabel
Turbulentie rond de transducer bij hogere
snelheden kan de prestaties van de
transducer beïnvloeden
Interferentie van een andere transducer
124
Mogelijke oplossingen
6.
Gebruik een multimeter wanneer het product is belast en controleer alle
connectoren/zekeringen etc. op spanningsvallen (dit kan ertoe leiden
dat de Fishfinder-toepassingen stoppen met scrollen of dat de unit
reset/uitschakelt). Vervang ze wanneer nodig.
Verlaag de snelheid van het schip en controleer opnieuw.
Opmerking: Het sonarkanaal kan de (zee)bodem op hogere snelheid
vasthouden dan het DownVision
De diepte van de (zee)bodem kan zich buiten het dieptebereik van de transducer
bevinden, verplaats het schip naar ondieper of dieper water, welke van
toepassing is, en controleer opnieuw. (Raadpleeg
specificaties
voor het dieptebereik van de transducer.)
Opmerking: Afhankelijk van de omstandigheden op het water kan het
Sonar-kanaal een hoger dieptebereik hebben dan het DownVision
Mogelijke oplossingen
Druk in de Cursor-modus op de Terug-knop om de Scrolling-modus te starten.
Controleer de gevoeligheidsinstellingen en pas ze aan, of reset de sonar.
1.
Controleer de connector van de unit op gebroken of verbogen pinnen.
2.
Controleer of de kabelconnector volledig in de unit zit en of de borgring is
vergrendeld.
3.
Controleer de voedingskabel en -connectoren op beschadigingen of corrosie
en vervang deze wanneer nodig.
4.
Probeer de stroomkabel wanneer de unit is ingeschakeld heen en weer te
bewegen in de buurt van de displayconnector om na te gaan of de unit
hierdoor uitschakelt, vervang de kabel wanneer nodig.
5.
Controleer de accuspanning, de conditie van de accupolen en de
voedingskabels en zorg ervoor dat de verbindingen goed vastzitten, schoon
en vrij zijn van corrosie. Vervang ze wanneer nodig.
6.
Gebruik een multimeter wanneer het product is belast en controleer alle
connectoren/zekeringen etc. op spanningsvallen (dit kan ertoe leiden
dat de Fishfinder-toepassingen stoppen met scrollen of dat de unit
reset/uitschakelt). Vervang ze wanneer nodig.
De aanwezigheid van dunne lijnen kan duiden op de reflectie van constructies
op de onderkant van het schip. Controleer of de transducer is geïnstalleerd
overeenkomstig de vereisten voor plaatsing van de transducer.
Als de transducer te hoog op de spiegel is gemonteerd, kan het zijn dat hij boven
het water uitkomt. Controleer of de transducer volledig onder water blijft bij
planeren en wenden.
Controleer of de transducer niet is opgeklapt doordat het een object heeft geraakt.
Controleer de status van de transducer en zorg ervoor dat hij niet is beschadigd
en vrij van vuil/aangroei is.
Controleer of de transducerkabel en de aansluiting onbeschadigd zijn, of de
aansluiting goed vast zit of er geen sprake is van corrosie.
Verlaag de snelheid van het schip en controleer opnieuw.
1.
Schakel de transducer die interferentie veroorzaakt uit.
2.
Plaats de transducers op een andere plek, verder uit elkaar.
™
-kanaal.
Hoofdstuk 15 Technische
Dragonfly–4 / Dragonfly–5 / Dragonfly–7 / Wi–Fish
™
-kanaal.