Download Print deze pagina

Procedures Voor Eerste Instelling; Dieptecorrectie; Simulatormodus - FLIR Raymarine Dragonfly Series Installatie- En Bedieningsvoorschriften

Advertenties

7.3 Procedures voor eerste instelling

Nadat uw display is geïnstalleerd en in bedrijf
gesteld wordt aanbevolen dat u de Opstart-wizard
en snelcursus doorloopt.
Opstart-wizard
Wanneer u het display voor de eerste keer
aanzet of na een systeemreset wordt de
Opstart-wizard weergegeven nadat u het venster
voor Gebruiksbeperkingen hebt bevestigd. De
Opstart-wizard begeleidt u door de volgende eerste
instellingen:
1. Taalkeuze.
2. Eenheden configureren.
3. Voltooien/snelcursus.
Opmerking: Deze instelling kan ook altijd worden
ingesteld met het menu Systeeminstellingen, dat
u kunt openen vanaf de pagina Hulpmiddelen &
instellingen.
Extra taken
Naast de instellingen die door de wizard worden
doorlopen, wordt ook geadviseerd eerst de volgende
taken uit te voeren:
• Instellen van uw voorkeuren voor datum en tijd
(wanneer van toepassing).
• Instellen van de dieptecorrectie van uw transducer
(wanneer van toepassing).
• Vertrouwd raken met het product met behulp van
de Simulator-modus.
Het systeeminstellingenmenu openen
Afhankelijk van het model van uw display, kunt u het
Systeeminstellingen-menu openen door:
• Systeeminstellingen te selecteren op de pagina
Hulpmiddelen & instellingen (DVS en Pro), of
door
• Menu > Systeeminstellingen in het menu van de
toepassing te selecteren (DV en 5 M).
Instellen van voorkeuren voor datum en tijd.
Units die over een interne GNSS-ontvanger
(GPS/GLONASS) beschikken kunnen een
tijdstempel plaatsen op waypoints en tracks met de
datum en de tijd in de indeling van uw voorkeur.
Producten met alleen Fishfinder hebben geen
datum- en tijdinstellingen.
Doe het volgende in het menu Systeeminstellingen:
1. Selecteer Instellingen tijd en datum.
2. Gebruik het menu Datumformaat, Tijdformaat
en Lokale tijd: om uw voorkeuren voor tijd en
datum in te stellen.

Dieptecorrectie

Diepten worden gemeten vanaf de transducer naar
de zeebodem, maar u kunt een correctiewaarde
toepassen op de dieptewaarde, zodat de
weergegeven dieptemeting de afstand tot de
zeebodem meet vanaf de kiel of de waterlijn.
Beginnen
Voordat u probeert de kiel- of waterlijncorrectie in te
stellen dient u uit te vinden hoe groot de verticale
afstand tussen de transducer en de waterlijn of
de onderkant van de kiel van uw schip is. Stel
vervolgens de juiste correctiewaarde in.
1
1
Waterlijncorrectie
2
Transducer / geen correctie
3
Kielcorrectie
Wanneer er geen correctie is ingesteld geeft de
dieptemeting de afstand weer vanaf de transducer
naar de zeebodem.
De dieptecorrectie instellen
Op Fishfinder-producten dient u een correctiewaarde
toe te passen voor dieptemetingen.
Doe het volgende in het menu Systeeminstellingen:
1. Selecteer Sonarinstellingen.
2. Selecteer Dieptecorrectie.
De numerieke regelaar voor het aanpassen van
de dieptecorrectie wordt weergegeven.
3. Stel de correctie in op de gewenste waarde.
4. Selecteer OK om de nieuwe waarde te
bevestigen en de numerieke regelaar te sluiten.

Simulatormodus

Met de simulatormodus kunt u het bedienen van uw
display oefenen zonder feitelijke gegevens van de
GPS-ontvanger of transducer.
De simulatormodus wordt in/uit-geschakeld in het
menu Systeeminstellingen.
Opmerking: Raymarine adviseert u de
simulatormodus NIET te gebruiken tijdens het
navigeren.
Opmerking: De simulator toont GEEN
werkelijke gegevens. Dit heeft ook betrekking op
veiligheidsmeldingen.
Simulatormodus in- en uitschakelen
U kunt de simulatormodus in- en uitschakelen door
de onderstaande stappen te volgen.
Doe het volgende in het menu Systeeminstellingen:
1. Selecteer Simulator:.
2. Selecteer Aan om de simulatormodus in te
schakelen, of
3. Selecteer Uit om de simulatormodus uit te
schakelen.
2
3
D9343--2
53

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Raymarine dragonfly-4 dvRaymarine dragonfly-4 dvsRaymarine dragonfly-4 proRaymarine dragonfly-5 dvsRaymarine dragonfly-5 mRaymarine dragonfly-5 pro ... Toon alles