Download Print deze pagina

FLIR Raymarine Dragonfly Series Installatie- En Bedieningsvoorschriften pagina 68

Advertenties

8.6 Afstand
Met de functie Bereik kunt u het bereik van de
diepte die op het scherm wordt weergegeven
veranderen. Wanneer van toepassingen, worden
veranderingen in het bereik zowel in de Sonar- als in
de DownVision
-toepassing doorgevoerd.
Standaard is het bereik ingesteld op automatisch,
hiermee wordt het bereik aangepast om ervoor te
zorgen dat de bodem altijd op het scherm wordt
weergegeven. Dit is handig voor het opsporen van
grotere vissen en andere objecten die zich dichter bij
de bodem bevinden, zoals wrakken.
Met Manual Range (Handmatig bereik) kunt u de
Shallow range depth (Diepte ondieptebereik) en de
Deep range depth (Diepte dieptebereik) specificeren
waarmee het gebied dat op het scherm wordt
weergegeven wordt gedefinieerd.
Sonar-toepassing
Auto-
matisch
bereik
Hand-
matig
bereik
Schakelen tussen Automatisch en
Handmatig bereik
Doe het volgende in het toepassingsmenu:
1. Selecteer Range (Bereik).
2. Selecteer Range (Bereik): om te schakelen
tussen Auto (Automatisch) en Man (Handmatig).
3. Wanneer de handmatige modus is geselecteerd
kunt u het dieptebereik dat op het scherm wordt
weergegeven aanpassen.
Bereik handmatig aanpassen
Om het dieptegebied dat moet worden weergegeven
te specificeren volgt u de onderstaande stappen.
Doe het volgende in het toepassingsmenu:
1. Selecteer Bereik.
2. Selecteer Range: (Bereik:) zodat Man
(Handmatig) is geselecteerd.
3. Selecteer Shallow Range (Ondieptebereik).
Het ondieptebereik bepaalt de diepte die
bovenaan het scherm wordt weergegeven.
4. Stel Shallow Range (Ondieptebereik) in op de
gewenste diepte.
5. Selecteer Deep Range (Dieptebereik).
Het dieptebereik bepaalt de diepte die onderaan
het scherm wordt weergegeven.
6. Stel Deep Range (Dieptebereik) in op de
gewenste diepte.
68
DownVision
-
toepassing
8.7 Scrollen
Het beeld beweegt van rechts naar links. De
scroll-snelheid kan worden aangepast, wat kan
helpen bij het identificeren van objecten. Het scrollen
kan worden onderbroken door de Cursor-modus te
openen.
Scrollsnelheid
De standaard scrollsnelheid is 100%. De
scrollsnelheid kan worden verlaagd tot 10% van de
standaard snelheid.
De scroll-snelheid aanpassen
Doe het volgende in het Weergaveopties-menu:
1. Selecteer Scroll-snelheid.
De regelaar voor het aanpassen van de
scroll-snelheid wordt weergegeven.
2. Gebruik de richtingsknoppen Omhoog en
Omlaag om de scroll-snelheid in te stellen tussen
10% en 100%.
3. Druk op OK of Terug om te bevestigen en de
regelaar te sluiten.
Dragonfly–4 / Dragonfly–5 / Dragonfly–7 / Wi–Fish

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Raymarine dragonfly-4 dvRaymarine dragonfly-4 dvsRaymarine dragonfly-4 proRaymarine dragonfly-5 dvsRaymarine dragonfly-5 mRaymarine dragonfly-5 pro ... Toon alles