identificeren van objecten verbeteren, voor optimale
prestaties in de meeste omstandigheden adviseren
wij echter het gebruik van de automatische instelling.
Het ruisfilter kan automatisch worden ingesteld of
handmatig worden aangepast:
• Automatisch — in de modus Automatisch wordt
het ruisfilter ingesteld op 20%.
• Handmatig — u kunt het ruisfilter handmatig
aanpassen, op een waarde tussen 0% en 100%.
– Een lagere waarde verlaagt de diepte waarop
het filter wordt toegepast.
– Een hogere waarde verhoogt de diepte waarop
het filter wordt toegepast.
Sonar
0%
100%
De instelling van de nieuwe waarden blijft behouden
zolang de unit blijft ingeschakeld.
Het ruisfilter aanpassen
Doe het volgende in het toepassingsmenu:
1. Selecteer Sonargevoeligheid of DownVision-
gevoeligheid.
2. Selecteer Ruisfilter.
3. Gebruik de richtingsknoppen omhoog en
omlaag om het ruisfilter in te stellen op de
gewenste waarde, of
4. Druk op de OK-knop om te schakelen tussen
Automatisch en Handmatig.
72
8.12 Menuopties DV-systeeminstellin-
gen
Het menu Systeeminstellingen op DV-displays
bevindt zich in het hoofdmenu van de toepassing.
Raadpleeg
meer informatie over de beschikbare opties voor uw
displaymodel.
DownVision
11.1 Menu Systeeminstellingen
Dragonfly–4 / Dragonfly–5 / Dragonfly–7 / Wi–Fish
voor