• Azimuth en elevatie — geeft de elevatie- en
azimuth-hoek tussen de locatie van de ontvanger
en de satelliet.
Positie- en fixinformatie
De volgende positie- en fixinformatie wordt gegeven:
• Horizontale verdunning van nauwkeurigheid
(Horizontal Dilution of Precision,
HDOP) — HDOP is een maat van
satellietnavigatienauwkeurigheid, berekend
aan de hand van een aantal factoren waaronder
satellietgeometrie, systeemfouten in de
datatransmissie en systeemfouten in de
ontvanger. Een hoger getal staat voor een grotere
fout in de positie. Ontvangers hebben normaal
gesproken een nauwkeurigheid van 5 tot 15 m.
Als voorbeeld gaan we uit van een ontvangerfout
van 5 m, in dat geval staat een HDOP van 2 voor
een fout van ongeveer 15 m. Denk eraan dat een
zeer laag HDOP-getal NIET garandeert dat uw
ontvanger een nauwkeurige positie weergeeft. In
geval van twijfel controleert u de weergegeven
scheepspositie in de Kaart-toepassing aan de
hand van uw feitelijke afstand tot een bekend
object op de kaart.
• Geschatte Horizontale Positiefout (Estimated
Horizontal Position Error, EHPE) — EHPE is
een maat van de geschatte fout van een positie-fix
in het horizontale vlak. De weergegeven waarde
heeft aan dat uw positie 50% van de tijd binnen
een radius van de genoemde omvang is.
• Fix-status — geeft de modus aan die de
ontvanger rapporteert:
– Fix — satellietfix is opgehaald.
– Geen fix — er kan geen satellietfix worden
opgehaald.
– D-fix — er is een differentiële bakenfix
opgehaald.
– SD-fix — er is een differentiële satellietfix
opgehaald.
• Positie — laat de breedtegraad- en
lengtegraadpositie van uw ontvanger zien.
• Datum/tijd — toont de huidige datum en tijd
gegenereerd door de positie-fix in UTC-formaat.
• Modus — identificeert of de ontvanger in
differentiële modus of in non-differentiële modus
werkt.
• Datum — de datuminstelling van de ontvanger
is van invloed op de nauwkeurigheid van de
scheepspositie-informatie die wordt weergegeven
in de Kaart-toepassing. Om ervoor te zorgen dat
uw ontvanger en MFD nauwkeurig overeenkomen
met uw papieren kaarten, dienen ze dezelfde
datum te gebruiken.
Hulpmiddelen & instellingen
COG/SOG-filter
Het COG/SOG-filter middelt de snelheidsvectoren
om te compenseren voor de heen- en weergaande
beweging van het schip, waardoor een meer
nauwkeurige indicatie wordt gegeven van de koers
en snelheid van het schip.
Het filter is niet van invloed op de berekening
van de gemeldde positie van uw ontvanger. De
snelheidsvectoren die worden berekend vanuit het
signaal geven een directe meting van de snelheid
en de richting van de ontvanger. De COG en SOG
kunnen daardoor in bepaalde omstandigheden
incorrect lijken. Wanneer een schip bijvoorbeeld
langzaam door ruwe zee vaart, beweegt de
ontvanger zowel van links naar rechts als in de
vaarrichting.
Langzaam varende schepen, of schepen die op ruwe
zee varen, hebben baat bij een hogere instelling,
terwijl een motorboot die snel van snelheid en
richting kan veranderen eerder een lage instelling
gebruikt.
Sonarinstellingenmenu
Het Sonarinstellingenmenu bevat de volgende
opties.
Dieptecor-
De correctie staat
rectie:
voor de diepte van
de transducer ten
opzichte van de:
• waterlijn = 0,0 ft en
meer.
• kiel = 0,1 ft en
minder.
Sonar
Zet alle instellingen
resetten
op de sonarmodule
terug naar
de standaard
fabrieksinstellingen.
Wanneer u de Reset
sonar uitvoert, is
het normaal dat de
verbinding met de
sonarmodule kort
verloren gaat.
• –9,8 tot +9,8 feet
— of vergelijkbare
eenheden
• Ja
• Nee
105