Inhoudsopgave
Advertenties
Aanwijzingen voor gebruik
PROBLEEM
De machine start niet.
Machine wordt niet met water gevuld. Afsluitkraan voor inkomend water geslo-
De machine vult langzaam.
Het vullen stopt niet.
De machine begint niet met afwassen. De deur is open.
Geluid vanuit de waspomp.
De machine stopt halverwege de was-
cyclus en begint met vullen met water.
De machine reinigt niet goed.
Opgehoopte vaat in de korven.
Afgewassen voorwerpen drogen niet. Naspoelsproeiers zijn geblokkeerd.
24
Rhima-webshop.nl
Problemen verhelpen
De volgende alarmberichten kunnen door de operator worden verholpen. Wanneer het
probleem blijft bestaan, neem dan contact op met het bevoegde servicepersoneel..
OORZAAK
Hoofdschakelaar uit.
ten.
De deur is open.
Standpijp niet geplaatst.
De rubberen afdichting van de standpijp
dicht niet af tegen de bodemplaat.
De sproeiers van de naspoelleidingen zit-
ten dicht.
De sproeiers van de naspoelleidingen zit-
ten dicht.
Standpijp niet geplaatst.
De rubberen afdichting van de standpijp
dicht niet af tegen de bodemplaat.
Laag waterniveau. Schuim in de tank.
De rubberen afdichting van de standpijp
dicht niet af tegen de bodemplaat.
Naspoel- en wassproeiers zijn vervuild.
Te weinig afwasmiddel.
Water in de tank is te vuil.
Schuimvorming in de tank.
Opgedroogd vuil op de vaat.
Onjuist in de korven geplaatste vaat.
Onjuist in de korven geplaatste vaat.
Lichte vaat moet worden gewassen.
Te weinig naglansmiddel.
De afwas staat nog in de machine.
Als u contact opneemt met het servicepersoneel moet u de volgende informatie geven:
•
Type en model machine
•
Serienummer en installatiedatum machine
•
Korte beschrijving van de storing/het probleem
•
Wat is er gebeurd/gedaan direct voordat de storing optrad
19.6.2006
HANDELING
Schakel de hoofdschakelaar in
Draai de kraan open.
Sluit de deur.
Plaats een standpijp.
Stel de standpijp bij. Controleer of de rub-
beren afdichting niet beschadigd is. Ver-
wissel een beschadigde rubberen
afdichting.
Reinig de sproeiers.
Reinig de sproeiers.
Plaats een standpijp.
Stel de standpijp bij. Controleer of de rub-
beren afdichting niet beschadigd is. Ver-
wissel een beschadigde rubberen
afdichting.
Sluit de deur.
Controleer het niveau. Ververs het water.
Stel de standpijp bij. Controleer of de rub-
beren afdichting niet beschadigd is. Ver-
wissel een beschadigde rubberen
afdichting.
Controleer en reinig de sproeiers.
Controleer de hoeveelheid afwasmiddel.
De slang moet helemaal ondergedompeld
zijn in het afwasmiddel en het filter in de
slang moet schoon zijn.
Ververs het water.
Controleer of de afwastemperatuur niet te
laag is en het juiste afwasmiddel wordt ge-
bruikt.
Laat de vaat inweken, voorafgaand aan het
afwassen.
Gebruik het juiste type afwaskorf en acces-
soires voor een correcte plaatsing van de
voorwerpen.
Herpositioneer de vaat.
Gebruik een verzwaringsrooster om de
vaat op zijn plaats te houden.
Controleer en reinig de sproeiers.
Controleer de hoeveelheid naglansmiddel.
De slang moet helemaal ondergedompeld
zijn in het afwasmiddel en het filter in de
slang moet schoon zijn.
Haal de afgewassen vaat uit de machine
zodra het programma voltooid is.
28
Rev. 5.1
Rhima-webshop.nl
Advertenties
Inhoudsopgave
