Afb.104
MW-6000875-1
11.6.5
Vorstbeveiliging
11.7
Het energieverbruik bewaken
Afb.105
MW-6000865-02
Afb.106
MW-6000890-1
Tab.61
Parameter
Energieverbruik CV
Energievrbr. koeling
Energielevering CV
Energielev. koeling
Ttl energielevering
11.8
Het starten en uitschakelen van de warmtepomp
11.8.1
Warmtepomp starten
7811619 - v05 - 16102023
4. Selecteer Vakantie.
5. Voer de start- en einddata en de tijden in voor de periode van
afwezigheid.
6. Geef de temperatuur aan die vereist is gedurende de periode van
afwezigheid.
7. Selecteer Bevestigen om de instelling te bevestigen.
Indien de verwarmingswatertemperatuur in de warmtepomp te veel daalt,
wordt de ingebouwde beveiligingsvoorziening ingeschakeld. Deze
voorziening werkt als volgt:
Als de watertemperatuur lager is dan 8 °C, start de circulatiepomp.
Als de watertemperatuur lager is dan 6 °C, start de bijverwarming op.
Bij een watertemperatuur hoger dan 10°C schakelt de bijverwarming uit
en draait de circulatiepomp kort na.
De radiatorkranen in de vorstgevoelige ruimtes moet wel helemaal
opengedraaid zijn.
Als uw installatie is voorzien van een energiemeter, kunt u uw
energieverbruik volgen.
1. Druk op de toets
2. Selecteer
3. Selecteer Energieteller.
Beschrijving
Energieverbruik voor centrale verwarming (kWh)
Energieverbruik voor koeling (kWh)
Thermische energielevering voor centrale verwarming (kWh)
Thermische energielevering voor koeling (kWh)
Totale thermische energielevering (kWh)
1. Schakel de buitenunit en de binnenunit in.
2. Schakel indien van toepassing de bijverwarmingsketel in.
.
Gebruikersinstellingen.
De energie die werd verbruikt sinds de laatste reset van de
energieverbruikmeter wordt weergegeven:
De warmtepomp start een automatische ontluchtingscyclus (die
ongeveer drie minuten duurt), iedere keer als de stroom wordt
ingeschakeld.
11 Werking
77