7
Inbedrijfstelling
7.1
Algemeen
7.2
Uit te voeren stappen vóór inbedrijfstelling
7.3
Procedure voor inbedrijfstelling met smartphone
Afb.52
7811619 - v05 - 16102023
5. Controleer de plaatsing en aansluiting van de sensoren:
Buitentemperatuursensor
Aanvoertemperatuursensor verwarming
Debietsensor voor het tweede circuit (indien aanwezig)
6. Controleer de aansluiting van de circulatiepomp(en).
7. Controleer de aansluiting van de diverse opties.
8. Controleer dat de draden en aansluitklemmen goed bevestigd zijn of
aangesloten op de klemmenstroken.
9. Controleer de scheiding tussen de 230 V voedingskabels en extra-
lagespanningskabels.
10. Controleer de aansluiting van de veiligheidstemperatuurbegrenzer van
de vloerverwarming (indien aanwezig).
11. Controleer of kabelklemmen worden gebruikt voor alle kabels die uit
het toestel gevoerd worden.
De inbedrijfstellingsprocedure voor de warmtepomp wordt uitgevoerd:
de eerste keer dat deze gebruikt wordt,
nadat het apparaat langdurig buiten bedrijf was.
Bij inbedrijfstelling van de warmtepomp kan de gebruiker zien wat de
verschillende instellingen en uit te voeren controles zijn om de
warmtepomp in alle veiligheid op te starten.
Opgelet
De volgende stappen mogen alleen uitgevoerd worden door een
erkende installateur vóór de inbedrijfstelling.
1. Monteer alle panelen en afdekkingen op de binnenunit en buitenunit.
2. Zet spanning op de installatie-automaten van de buitenunit op het
schakelpaneel.
3. Sluit de binnenunit aan.
Het welkombericht wordt weergegeven.
Opgelet
De inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een erkende
installateur.
Voor de inbedrijfstelling en configuratie van de installatie via de Remeha
Smart Start App smartphoneapp moet een Bluetooth
gebracht worden tussen de smartphone en de binnenunit van de
warmtepomp. De Bluetooth
volgende scenario's:
De binnenunit is af fabriek uitgerust met de BLE Smart Antenna
printplaat.
De servicetool GTW-35 is aangesloten op de binnenunit.
1. Download de Remeha Smart Start App app via Google Play of de App
Store.
®
2. Activeer Bluetooth
in de instellingen van de smartphone.
3. Open de app.
4. Volg de instructies van de applicatie op de smartphone voor
ingebruikstelling en configuratie van de verwarmingsinstallatie.
Zodra de procedure is afgerond, is uw installatie volledig geconfigureerd.
®
U kunt de Bluetooth
van het toestel deactiveren.
®
®
aansluiting is alleen mogelijk in een van de
7 Inbedrijfstelling
aansluiting tot stand
39