6.7.7
De buitenunit aansluiten op de binnenunit
Afb.41
A B X Y E
P Q E
H1 H2
6.7.8
Plaatsen van de buitentemperatuursensor
Afb.42
3
2
4
MW-8800N003-6
7811619 - v05 - 16102023
1. Verwijder het onderhoudspaneel van de buitenunit.
2. Sluit een afgeschermde buskabel aan (minimale diameter: 3 x
2
0,75 mm
) tussen de klemmenstrook X/Y/E van de buitenunit en de
klemmenstrook X/Y/E van de binnenunit.
3. Steek de afgeschermde buskabel in de aardaansluiting op de
binnenunit.
4. Voer de kabel in de kabelklem van de buitenunit. Pas de lengte van
de kabel aan. Haal de schroeven aan om de kabel vast te zetten.
5. Sluit de afscherming aan op de aardaansluiting op de buitenunit.
6. Plaats het onderhoudspaneel van de buitenunit weer terug.
De aansluiting van een buitentemperatuursensor is verplicht om de
correcte werking van het toestel te garanderen.
Plugdiameter 4 mm / boordiameter 4 mm
1. Kies de juiste locatie voor de buitentemperatuursensor.
2. Plaats de twee pluggen die bij de sensor zijn meegeleverd.
3. Bevestig de sensor met de meegeleverde schroeven (diameter 4
mm).
4. Sluit de kabel aan op de buitentemperatuursensor.
Afgeraden locaties
Plaats de buitensensor liever niet op een locatie met de volgende
kenmerken:
Afgeschermd door een element van het gebouw (balkon, dak, enz.).
6 Installatie
T s T s
X Y
E
T s T s
X Y
E
35