12 | Onderhoud
12
Onderhoud
Afzettingen van vet of resten van levensmiddelen in de ovenruimte
Wanneer u de ovenruimte niet voldoende reinigt, bestaat er brandgevaar door afzetting van vet of resten van
levensmiddelen.
1. Reinig het apparaat dagelijks.
2. Laat bij een eventuele brand de deur van de ovenruimte gesloten. Zo onttrekt u zuurstof aan de brand.
Schakel het apparaat uit. Wanneer de brand is overgeslagen, moet u een brandblusser gebruiken die
geschikt is om brandend vet te blussen. Gebruik nooit water of schuim om een vetbrand te blussen.
12.1
Algemene veiligheid
Zo voorkomt u verbrandingen:
Laat het apparaat en alle functionerende delen afkoelen voordat u
n
reinigingswerkzaamheden uitvoert.
Zo voorkomt u materiële schade, letsel of dodelijke ongevallen:
Reinig het apparaat ook dagelijks wanneer u uitsluitend gebruikmaakt van de
n
handmatige bedrijfsmodus stoom.
Maak toebehoren niet schoon met de automatische reiniging in het apparaat.
n
12.2
Onderhoudsintervallen
Onderhoudsinterval
Wekelijks
De functionele onderdelen moeten volgens het reinigingsinterval worden gereinigd, maar mogen desgewenst ook
vaker worden schoongemaakt.
12.3
Verzorgingsproducten
Geschikte verzorgingsproducten
Maak de volgende functionele onderdelen schoon met lauw water, een mild reinigingsmiddel en een zachte
n
doek:
– buitenkant van het apparaat
– glasplaat van de ovendeur
– LED-afdekking in de ovendeur
– Rubbers van de ovenruimte
Reinig toebehoren met lauw water, een mild reinigingsmiddel en een zachte doek.
n
Ongeschikte verzorgingsproducten
Reinig het apparaat, de functionerende onderdelen en accessoires niet met de volgende, ongeschikte
verzorgingsproducten:
schurende reinigingsmiddelen
n
zoutzuur, loog, zwavelhoudende stoffen of andere stoffen die zuurstof verbruiken
n
onverdunde alcohol, methanol of oplosmiddelen als aceton, benzeen, tolueen of xyleen
n
54 / 72
WAARSCHUWING
Functionele componenten
Buitenkanten van het apparaat
n
LED-afdekking
n
Bedieningspaneel
n
Kunststof delen
n
Originele handleiding