Bediening
Stuurkolom verstellen
LET OP
Ongevallenrisico
Stel alleen af wanneer de machine stilstaat.
Schroef de klembout (5) los, breng de stuurko-
lom (4) in de gewenste stand en draai de
klembout vast. Controleer of hij stevig is vast-
geschroefd.
Geleidingstypes
De machines kunnen worden ontworpen voor:
Rijden zonder geleiding
●
Rijden met mechanische geleiding
●
Rijden met inductiegeleiding*
●
En combinaties* hiervan
●
*Speciale uitrusting
Rijden zonder geleiding
Bij standaardmachines selecteert de bestuur-
der met de rechterhand de rijsnelheid en de
rijrichting. Met de linkerhand bestuurt de be-
stuurder de machine en bepaalt zo de koers
van de machine.
Mechanische geleiding (MZF)
De machines kunnen mechanisch worden ge-
leid tijdens het rijden in gangpaden. Hiervoor
wordt op de magazijnvloer een railsysteem
geïnstalleerd. Bediening met twee handen is
vereist in de richtlijn voor machines met een
hefbare bestuurderscabine.
Meer gedetailleerde informatie vindt u in de
desbetreffende paragrafen.
Inductiegeleiding (IZF*)
De machines kunnen inductief worden geleid
tijdens het rijden in gangpaden. Hiervoor
wordt een draad in de vloer geïntegreerd; dit
is een spanningvoerende draad. Het magneet-
veld dat door deze draad wordt gegenereerd,
wordt door sensoren in de machine gedetec-
teerd en wordt gebruikt voor geleiding van de
machine.
Bediening met twee handen is vereist in de
richtlijn voor machines met een hefbare be-
stuurderscabine.
Meer gedetailleerde informatie vindt u in de
desbetreffende paragrafen.
*Speciale uitrusting
5224 804 2518 NL - 07/2021 - 01
4
Rijden
69