Speciale uitrustingen
Het gangpad inrijden
Geleidingsprocedure
– Rijd met de machine naar de sleuf met de
draad (het inductiespoor). Stop voor de
sleuf met de draad.
– De hoek van de machine ten opzichte van
de sleuf met de draad mag niet groter zijn
dan 60°.
– Zet de stuurinrichting in de rechtuitstand.
– Kies automatisch sturen door op de toets
voor "Handmatig/Automatisch" (1) te druk-
ken. De draadzoekopdracht wordt gestart.
– De kleur van de ring rond het "geleidings-
symbool" (4) verandert in rood.
– Rijd verder naar de sleuf met de draad. De
rijsnelheid wordt automatisch gereduceerd.
– Wanneer de regeleenheid het inductiespoor
via de eerste antenne heeft gedetecteerd,
schakelt de regeleenheid over naar de au-
tomatische modus.
– Er klinkt een signaal.
– De kleur van de ring rond het "geleidings-
symbool" (4) verandert van rood in geel.
– Rij verder. De machine wordt automatisch
midden op de sleuf met de draad gereden.
– De stuurfunctie via het stuur (handmatig
sturen) is nu uitgeschakeld.
– Wanneer beide antennes het inductiespoor
detecteren, is het zoeken naar de draad
voltooid. De kleur van de ring rond het "ge-
leidingssymbool" (4) verandert van geel in
grijs.
– Rij verder. Na een korteafstand wordt de
machine nu naar de geleidedraad geleid.
De kleur van de ring rond het "geleidings-
symbool" verdwijnt. Nu is alleen het bege-
leidingssymbool (5) zichtbaar.
– De machine kan nu uit de stelling worden
gereden met de toegestane snelheid.
5224 804 2518 NL - 07/2021 - 01
Inductiegeleiding IZF
7
97