2
Veilig werken
Veilig werken
De machine mag uitsluitend vanuit het be-
●
stuurderscompartiment worden bediend
Als machines zijn uitgerust voor meeloop-
●
bediening of zijn voorzien van externe be-
dieningspanelen, mogen de machines hier-
mee worden bediend. Verdere veiligheidsin-
formatie voor dit doel vindt u in de desbe-
treffende extra beschrijvingen
Bij het rijden zonder last moet de vork tot
●
het vloerniveau worden neergelaten
Bij het rijden met een last moet de last tot
●
enkele centimeters boven de grond worden
geheven (bodemvrijheid max. 500 mm)
De bestuurder moet met alle lichaamsdelen
●
binnen de contouren van het bestuurders-
compartiment blijven. De bestuurder mag
zijn hoofd niet naar buiten steken voor een
beter zicht en hij mag ook niet in de buurt
van de bewegende hefmast komen, omdat
dit zeer gevaarlijk is
Behalve de bestuurder mag zich niemand
●
anders op de machine bevinden, tenzij de
machine over extra uitrusting beschikt die
speciaal is bedoeld voor bediening door
twee personen
Het is in principe de taak van de bestuurder
●
om de rijsnelheid aan te passen aan de om-
standigheden en situatie ter plaatse. Met
name bij het nemen van bochten moet re-
kening worden gehouden met de totale
hoogte en het zwaartepunt, dat in dat geval
hoog ligt
Tijdens het rijden in bochten en langs delen
●
van gebouwen die het zicht belemmeren,
moet de claxon worden gebruikt om ande-
ren te waarschuwen dat de machine nadert.
Bij het rijden door doorgangen en onder
●
plafondbalken moet er rekening worden ge-
houden met de hoogte van de machine.
Meervoudige werkhandelingen of handelin-
●
gen die hier niet zijn beschreven, in het bij-
zonder het blokkeren of uitschakelen van
bedieningselementen en -inrichtingen, kun-
nen tot beschadiging van de machine maar
ook tot ongecontroleerde bewegingen lei-
den en zijn derhalve verboden
Wanneer de bestuurder de machine verlaat,
●
moet hij de machine tegen gebruik door on-
bevoegden beveiligen door de contactsleu-
tel te verwijderen en mee te nemen, of door
12
Veilige werkomgeving
●
●
●
●
●
Veilige machine
●
●
●
●
●
●
5224 804 2518 NL - 07/2021 - 01
de toegangsinformatie in het elektronische
toegangscontrolesysteem te wissen
Er mogen zich geen personen binnen in het
werkgebied (de gevarenzone) van de ma-
chine bevinden. Als iemand de gevarenzo-
ne betreedt, moeten alle bewegingen van
de machine onmiddellijk worden gestopt en
dient de desbetreffende persoon de zone te
verlaten
Als er gemarkeerde rijwegen zijn, mag er
om veiligheidsredenen uitsluitend binnen
deze markeringen met de machine worden
gereden
Er mag nooit iemand onder een geheven
last of bestuurderscompartiment staan.
De gesteldheid van de ondergrond is van
invloed op de remweg van de machine. De
bestuurder moet hiermee tijdens het rijden
en remmen rekening houden.
Als de werkomgeving of de werksituatie dit
vereist, moet het bedrijf dat de machine ge-
bruikt mogelijke gevaren beoordelen en ge-
schikte persoonlijke beschermingsmiddelen
verstrekken zoals veiligheidsschoenen, een
veiligheidshelm, veiligheidshandschoenen
of een veiligheidsbril: het bedrijf dat de ma-
chine gebruikt, is verantwoordelijkheid voor
de keuze en verstrekking van, en de be-
stuurder is verantwoordelijk voor het ge-
bruik van de uitrusting
Alle veiligheidsinformatie op de machine
moet worden opgevolgd
Vervang ontbrekende of onleesbare veilig-
heidsinformatie
Vervang ontbrekende of onleesbare onder-
delen van de borden
In machines worden tractiebatterijen met
verschillende technologieën gebruikt. Volg
de veiligheidsinformatie van de betreffende
fabrikant op
Gebruik alleen batterijladers die zijn goed-
gekeurd voor het betreffende batterijtype
Neem bovendien de veiligheidsinformatie in
deze brochure in acht
Veiligheid