Bediening
Overige controles
Controleer het beschermdak op vervorming,
●
beschadiging en scheuren bij de lasnaden.
Controleer visueel de bedekking van het
●
beschermdak*.
Controleer visueel het beschermrooster*.
●
De claxon en andere waarschuwingseenhe-
●
den moeten goed functioneren.
Als er verlichtingseenheden zijn gemon-
●
teerd, controleren of deze goed werken.
Controleer of de batterijvergrendeling be-
●
drijfsgereed is en goed werkt.
Als de machine is uitgerust met opties of
●
speciale uitrustingen, controleer dan de toe-
stand en werking daarvan.
*Speciale uitrusting
5224 804 2518 NL - 07/2021 - 01
Dagelijkse ingebruikname
4
51