Om daarentegen de noodzakelijke gasdruk op het afnamepunt
1)(Afb. 22) te kennen, na vaststelling van het maximum
modulatievermogen waarmee de brander moet werken:
–
zoek in de tabel van de brander de waarde voor het
vermogen die het dichtst in de buurt van de gewenste waarde
ligt.
–
Lees in Tab. J de druk af op het afnamepunt 1)(Afb. 22).
–
Tel bij deze waarde de veronderstelde druk in de
verbrandingskamer op.
Voorbeeld:
Gewenst MAX-vermogen: 387 kW
Aardgas G 20 PCI 10 kWh/Nm3
Moer van het gas 2)(Afb. 14 op pag. 18) afgesteld volgens
diagram (Afb. 15 op pag. 18)
Gasdruk bij een vermogen van 387 kW(Tab. J)
Druk in de verbrandingskamer
druk nodig op het afnamepunt 1)(Afb. 22).
Installatie
= 4,4 mbar
= 2,0 mbar
4,4 + 2,0
= 6,4 mbar
21
S9861
NL
Afb. 22
20154810