5.9.2
Gasstraat
Gehomologeerd volgens de norm EN 676, en wordt afzonderlijk
geleverd.
5.9.3
Installatie gasstraat
Onderbreek
hoofdschakelaar van de inrichting.
GEVAAR
Controleer of geen gaslekken aanwezig zijn.
Let op voor de beweging van de gasstraat: gevaar
op beknelling van ledematen.
Controleer of de gasstraat correct geïnstalleerd is
en of er geen brandstoflekken zijn.
De bediener dient de uitrusting, nodig voor het
uitvoeren van de installatie, te gebruiken.
De gasstraat moet aangesloten worden op de gaskoppeling
1)(Afb. 21) door middel van de flens 2), de pakking 3) en de
schroeven 4) die bij de brander zijn geleverd.
De gasstraat kan rechts of links toekomen, afhankelijk van de
noodzaak, zie Afb. 21.
D505
20154810
de
stroomtoevoer
met
Afb. 21
Installatie
5.9.4
Gasdruk
Tab. J duidt het drukverlies van de verbrandingskop en van de
gassmoorklep aan in functie van het werkingsvermogen van de
brander.
kW
de
290
322
354
387
419
451
483
516
548
580
De gegevens van het thermisch vermogen en
de gasdruk betreffen de werking met open
gassmoorklep (90°).
LET OP
De waarden vermeld in Tab. J verwijzen naar:
–
Aardgas G 20 Cal.ond.w. 10 kWu/Sm
–
Aardgas G 25 Cal.ond.w. 8,6 kWu/Sm
Kolom 1
Drukverlies branderkop.
Drukverlies branderkop.
Gasdruk op afnamepunt 1)(Afb. 22 op pag. 21), met:
•
Verbrandingskamer aan 0 mbar
•
Brander die op het maximale vermogen werkt
A = Moer van het gas 2)(Afb. 14 op pag. 18) afgesteld
volgens diagram (Afb. 15 op pag. 18).
B = Moer van het gas 2)(Afb. 14 op pag. 18) afgesteld op
nul.
Kolom 2
Drukverlies
gassmoorklep
maximumopening: 90°.
Om het ruw geschatte vermogen van de werking van de brander
bij MAX te kennen:
–
trek van de gasdruk aan het afnamepunt 1)(Afb. 22 op
pag. 21) de druk in de verbrandingskamer af.
–
Zoek in de tabel van de brander, kolom Tab. J op pag. 20, de
drukwaarde die het dichtst bij het resultaat van de aftrekking
ligt.
–
Lees aan de linkerkant het overeenkomstige vermogen af.
Voorbeeld:
Werking op MAX-vermogen
Aardgas G 20 PCI 10 kWh/Nm
Moer van het gas 2)(Afb. 14 op pag. 18) afgesteld volgens
diagram (Afb. 15 op pag. 18)
Gasdruk op afnamepunt 1)(Afb. 22)
Druk in de verbrandingskamer
Een druk van 4,4 mbar (Tab. J) komt overeen met een vermogen
van 387 kW.
Het betreft hier slechts een eerste schatting; het werkelijke debiet
wordt daarna gemeten op de gasmeter.
20
NL
1 p (mbar)
G20
G25
2,5
3,5
3,1
4,3
3,8
5,3
4,4
6,2
5,1
7,1
5,7
8
6,4
9
7,1
9,9
7,7
10,8
8,4
11,8
3
3
(8,6 Mcal/Sm
)
3
3
(7,4 Mcal/Sm
2)(Afb. 22
op
pag. 21)
3
= 6,4 mbar
= 2,0 mbar
6,4 - 2,0
= 4,4 mbar
Tab. J
)
met