Inhoudsopgave
Advertenties
5.8
Afstelling van de branderkop
In deze fase van de installatie is de branderkop op de ketel
bevestigd zoals in Afb. 14.
De afstellingen van de branderkop zijn buitengewoon eenvoudig:
lucht en gas.
Er zijn twee situaties mogelijk:
Het MIN-vermogen van de brander ligt niet binnen de
waarden van Tab. I
Zoek in het diagram (Afb. 15) het merkteken waarop zowel de
lucht als het gas moeten afgesteld worden.
Luchtregeling
Draai de schroef 4)(Afb. 14) tot het gevonden merkteken
samenvalt met het voorste vlak 5) van de flens.
Los, om de regeling te vergemakkelijken, de
schroef 6)(Afb. 14), regel en zet dan vast.
LET OP
Regeling gas
Los de schroeven 1)(Afb. 14) en draai de moer 2) tot het
gevonden merkteken samenvalt met de index 3).
Blokkeer de 3 schroeven 4).
Voorbeeld:
het vermogen van de brander varieert tussen MIN = 200 en MAX
= 440 kW.
Het MIN-vermogen 200 kW valt niet binnen de waarden van Tab.
I. Daarom geldt het diagram (Afb. 15) dat aantoont dat de
afstellingen van het gas en de lucht voor het MAX-vermogen van
440 kW moeten worden verricht op het merkteken 3, zoals is
aangegeven in Afb. 14 (A) en (B). In dit geval wordt het
drukverlies van de branderkop gegeven door kolom 1 Tab. J op
pag. 20.
OPMERKING:
Het diagram (Afb. 15) geeft de optimale afstelling van de moer
2)(Afb. 14). Als de druk in het gasnetwerk erg laag is waardoor
de druk van Tab. J op pag. 20 bij het MAX-vermogen niet kan
worden bereikt en als de moer 2) slechts gedeeltelijk is
opengedraaid, kan de moer 1-2 merktekens meer worden
opengedraaid. Het voorgaande voorbeeld toont aan dat voor een
brander met een vermogen van 440 kW een druk van ongeveer
5 mbar op het afnamepunt 6)(Afb. 14) nodig is. Draai de moer 2)
4-5 merktekens open als deze druk niet beschikbaar is.
Controleer of de verbranding goed en zonder haperingen
verloopt.
De aangeduide regelingen kunnen tijdens de
inbedrijfstelling gewijzigd worden.
LET OP
Het MIN-vermogen van de brander ligt binnen de waarden
van Tab. I
Luchtregeling
Ook in dit geval geldt dat het diagram (Afb. 15) moet worden
gevolgd
Regeling gas
De moer 2)(Afb. 14) moet altijd op de positie 0 worden afgesteld,
ongeacht het vermogen van de brander.
In dit geval wordt het drukverlies van de branderkop gegeven
door kolom Tab. J op pag. 20.
Als de branderkop is afgesteld, hermonteer de brander
4)(Afb. 16) op de geleiders 3) op een afstand van ongeveer 100
mm van de mof - brander in de positie aangegeven in Afb. 11 op
pag. 16 - breng de kabel van de sonde en de kabel van de
20154810
Installatie
elektrode aan en verschuif de brander naar de mof, brander in de
positie aangegeven in Afb. 16. Plaats de schroeven 2) weer op
de geleiders 3).
Bevestig de brander op de mof met de schroef 1) en plaats de
splitpen in één van de twee geleiders 3).
Maak het scharnierpunt 8) weer vast aan de gegradueerde
sector 7).
D502
Aantal merktekens
Maximaal vermogen brander
MINIMAAL MODULATIEVERMOGEN: wanneer
het MIN-vermogen tussen de onderstaande
waarden ligt, moet de moer 2)(B)(Afb. 15) worden
afgesteld op 0.
LET OP
Bij het sluiten van de brander op de twee
geleiders
hoogspanningskabel en de kabel van de sonde
voor de vlamdetectie zachtjes naar buiten te
LET OP
trekken tot ze lichtjes gespannen zijn.
18
NL
(A)
(B)
RS 50/M
80 - 129 kW
wordt
aangeraden
Afb. 14
20156945
Afb. 15
Tab. I
D780
Afb. 16
om
de
Advertenties
Inhoudsopgave
