Pagina 1
Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud Gasventilatorbrander Modulerende werking CODE MODEL TYPE 20160292 RS 810/EV BLU S032T2 20163085 (3) - 06/2021...
Pagina 2
Vertaling van de originele aanwijzingen...
Inhoudsopgave Verklaringen....................................3 Algemene informatie en waarschuwingen..........................4 Informatie over de handleiding ............................ 4 2.1.1 Inleiding ..................................4 2.1.2 Algemeen gevaar ................................ 4 2.1.3 Andere symbolen ................................ 4 2.1.4 Levering van de inrichting en van de handleiding ....................... 5 Waarborg en aansprakelijkheid........................... 5 Veiligheid en preventie ................................
Pagina 4
Inhoudsopgave Aantekeningen over de veiligheid bij de eerste inbedrijfstelling.................27 Afstellingen vóór de ontsteking ..........................27 Start van de brander ..............................27 Afstelling van de lucht / brandstof ..........................28 6.4.1 Luchtregeling voor maximum vermogen ........................28 6.4.2 Regelsysteem lucht/brandstof en vermogenmodulatie ....................28 6.4.3 Afstelling van de brander ............................28 6.4.4 Vermogen bij de ontsteking ............................28 6.4.5...
Directeur Research & Development RIELLO S.p.A. - Directie Branders Ing. F. Maltempi Verklaring van de fabrikant RIELLO S.p.A. verklaart dat de volgende producten de limiet uitstootwaarden van NOx respecteren die worden opgelegd door de Duitse “1. BImSchV revisie 26.01.2010”. Product...
Algemene informatie en waarschuwingen Algemene informatie en waarschuwingen Informatie over de handleiding 2.1.1 Inleiding OPGELET ORGANEN IN BEWEGING De handleiding die samen met de brander geleverd wordt: Dit symbool geeft aanduidingen om te voorkomen is een wezenlijk en essentieel onderdeel van het product en dat ledematen mechanische organen in beweging moet er altijd bij blijven;...
Algemene informatie en waarschuwingen 2.1.4 Levering van de inrichting en van de De leverancier van de inrichting licht de gebruiker zorgvuldig in over het volgende: handleiding – het gebruik van de inrichting, Wanneer de inrichting geleverd wordt, is het volgende nodig: –...
Veiligheid en preventie Veiligheid en preventie Voorwoord De branders werden ontworpen en gebouwd conform de van het type en de druk van de brandstof, de spanning en de kracht zijnde normen en richtlijnen, waarbij de gekende frequentie van de stroomtoevoer, de minimum en maximum technische veiligheidsregels toegepast werden en alle potentiële debieten waarop de brander geregeld is, de drukregeling van de gevaarlijke situaties voorzien werden.
BASISOMSCHRIJVING UITGEBREIDE OMSCHRIJVING Beschikbare modellen Omschrijving Spanning Start Code RS 810/EV BLU 3/400/50 Omvormer 20160292 Tab. A * Bij het verlaten van de fabriek is de brander ingesteld voor de werking FS1. Indien de werking FS2 vereist is, zie paragraaf “Wijziging van de...
Om de branderkop te controleren, moet de brander worden geopend door het achterste deel van het scharnier te draaien. I refereert aan de dikte van het vuurvaste materiaal van de keteldeur. 20162256 Afb. 1 RS 810/EV BLU 1197 DN80 1345 1055 Tab. E...
Afb. 3 zijn diameter lengte EG homologatie en/of waarvan de afmetingen van de proefverbrandingskamer aangegeven. verbrandingskamer duidelijk kleiner zijn dan diegenen die Voorbeeld: RS 810/EV BLU Vermogen 7000 kW - diameter 120 cm - lengte 6 m D2448 Afb. 3 20163085...
Technische beschrijving van de brander 4.10 Beschrijving van de brander 20163248 Afb. 4 Hefringen De brander kan zowel door naar rechts als naar Kap van het schakelbord links te draaien worden geopend, waarbij de Hendel om de branderkop te verplaatsen brandstoftoevoer aan beide zijden gelijk is.
Technische beschrijving van de brander 4.11 Beschrijving van het schakelbord 20081976 Afb. 5 Elektrische apparatuur Keuzeschakelaar ON/OFF Regelaar vermogen Aardeklem Passage voedingskabels en externe aansluitingen. Zie “Elektrische aansluitingen” op pag. 25 Beugel voor het aanbrengen van de kits Klemmenblok hoofdvoeding Relais met schone contacten om te signaleren dat de brander is vergrendeld Relais met schone contacten om te signaleren dat de...
LET OP De controledoos is een veiligheidssysteem! Maak hem niet open, breng geen wijzigingen aan en forceer de werking ervan niet. Riello S.p.A. is niet aansprakelijk voor eventuele schade die wordt veroorzaakt door niet-geautoriseerde...
Pagina 16
Technische beschrijving van de brander Technische gegevens Controledoos Netspanning AC 230 V -15 % / +10 % Stroomnetfrequentie 50 / 60 Hz ±6 % Opgenomen vermogen < 30 W Veiligheidsklasse I, met componenten die voldoen aan II en III volgens DIN EN 60730-1 Belasting op Zekering op de apparatuur (kan worden...
Technische beschrijving van de brander 4.13.1 Fasenlijst Fase Beschrijving Fase Beschrijving Ph44 t44 = intervaltijd 1 Ph00 Vergrendelingsfase Ph60 Werking Ph02 Veiligheidsfase Ph62 De brander gaat naar de positie van de Ph10 Sluiting bij stilstand uitschakeling Ph12 Stand-by Ph70 t13 = tijd van naverbranding Ph22 Ventilatormotor (MV) = ON Ph72...
Technische beschrijving van de brander 4.14.2 Beschrijving toetsen Toets Toets Functie Om de brandstofservomotor af te stellen Toets F (ingedrukt houden en de waarde aanpassen door op te drukken) Om de luchtservomotor af te stellen Toets A (ingedrukt houden en de waarde aanpassen door op te drukken) Om de instelparameter voor de P-modus te wijzigen Toetsen A en F...
Technische beschrijving van de brander 4.15 Servomotor (SQM33..) Belangrijke aantekeningen Volg onderstaande voorschriften om ongevallen, schade aan voorwerpen en/of aan het milieu te voorkomen! Open, wijzig of forceer de actuatoren niet. LET OP Alle werkzaamheden (voor montage, installatie en hulp, enz.) moeten door gekwalificeerd personeel uitgevoerd worden.
Installatie Installatie Aantekeningen over de veiligheid bij de installatie Maak eerst de ruimte rond de zone waar de brander geïnstalleerd De installatie van de brander moet uitgevoerd wordt zorgvuldig schoon, zorg voor een correcte verlichting van worden door bevoegd personeel volgens de uitleg de omgeving en voer dan de installatiewerkzaamheden uit.
Boringen in de ketelplaat Boor gaten in de dichtingsplaat van de verbrandingskamer, zoals RS 810/EV BLU wordt aangegeven in Afb. 14. Met behulp van de thermische flensdichting - samen met de brander geleverd - kunt u de juiste Tab. I positie van te boren gaten vinden.
Installatie Bevestiging van de brander op de ketel Zorg voor een geschikt hefsysteem door deze aan 20162275 de ringen 3) vast te haken(Afb. 15). Schuif de bijgeleverde thermische afscherming op de monding 4)(Afb. 15). Schuif de gehele brander op de eerder voorziene branderboring (Afb.
Installatie 5.10 Afstelling van de branderkop Om het rendement te optimaliseren, is de brander voorzien van Tab. J een branderkop waarvan de vorm afhangt van het geleverde vermogen. 20162133 Bij gelijke rotatie van de luchtservomotor kan de opening van de branderkop gevarieerd worden door na het losdraaien van schroef 1) de hendel 2) (Afb.
Installatie 5.11 Gastoevoer Risico op explosie te wijten aan brandstoflekken MBC “met schroefdraad” in aanwezigheid van een ontvlambare bron. Voorzorgsmaatregelen: voorkom stoten, wrijvingen, vonken, warmte. Controleer of het afsluitkraantje van de brandstof gesloten is alvorens werkzaamheden op de brander uit te voeren. De installatie van de toevoerleiding van de brandstof moet uitgevoerd worden door bevoegd personeel, volgens de uitleg in deze handleiding...
– Lees aan de linkerkant het overeenkomstige vermogen af. Controleer of geen gaslekken aanwezig zijn. Voorbeeld RS 810/EV BLU met aardgas G20: Werking op MAX-vermogen Gasdruk op het afnamepunt P1)(Afb. 24) 27.6 mbar...
Controleer of de stroomtoevoer van de brander overeenkomt met de stroom die op het identificatieplaatje en in deze handleiding aangeduid wordt. Het brandermodel RS 810/EV BLU uitgerust met REC 37... kunnen in de modus FS1 of FS2 werken. Zie paragraaf “Wijziging van de parameter voor continu/intermitterend bedrijf (FS2/FS1)” op pag. 36 Zie de volgende opmerkingen voor het type ingestelde werking.
Installatie 5.12.1 Passage voedingskabels en externe aansluitingen Alle kabels die op de brander aangesloten worden dienen door kabelkanalen te lopen. De kabelwartels kunnen op verschillende manieren gebruikt worden. Bekijk het volgende voorbeeld: Afb. 25. Legenda (Afb. 25) Stroomtoevoer - Boring voor M32 Toestemmingen en veiligheden - Boring voor M20 Minimumgasdrukschakelaar - Boring voor M20 Kit dichtingscontrole gasventielen VPS - Boring voor M20...
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Aantekeningen over de veiligheid bij de eerste inbedrijfstelling De eerste inbedrijfstelling van de brander moet Raadpleeg vóór het openen van de brander de uitgevoerd worden door bevoegd personeel paragraaf “Veiligheidstest - met gesloten volgens de uitleg in deze handleiding en conform gastoevoer”...
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Afstelling van de lucht / brandstof De synchronisatie van lucht/brandstof wordt uitgevoerd met hun 6.4.4 Vermogen bij de ontsteking servomotoren (lucht en gas) via het opslaan van een De ontsteking dient te worden uitgevoerd op een vermogen dat ijkingskromme door middel van de elektronische nok.
In dat geval moet ook de manometer op differentiële wijze aangesloten worden zoals op Afb. 28. 20163262 De luchtdrukschakelaar is "absoluut" geïnstalleerd op het brandermodel RS 810/EV BLU, dus alleen aangesloten op het Afb. 28 drukafnamepunt “+” 24)(Afb. 4 op pag. 11). 20163085...
Afstelling van de drukschakelaars 6.6.1 Maximumgasdrukschakelaar Regel de maximumgasdrukschakelaar (Afb. 29) na alle andere regelingen van de brander uitgevoerd te hebben met de maxi- mumgasdrukschakelaar afgesteld op het einde van zijn schaal. Om de maximumgasdrukschakelaar te ijken, sluit u een mano- meter aan op het drukafnamepunt nadat u de kraan ervan heeft opengedraaid.
Weergave- en programmeermodi 6.7.1 Normale modus 6.7.1.4 Statusfoutmelding, weergave van foutmeldingen en informatie De normale modus is de standaardbedieningsmodus die wordt weergegeven op het display van het bedieningspaneel en Het display geeft afwisselend de foutcode weer (in voorbeeld c: vertegenwoordigt het hoofdniveau van het menu. 12) en gerelateerde diagnostiek (in voorbeeld d: 0).
6.7.1.5 Ontgrendelingsprocedure Als u de toets"F" loslaat, verschijnt de standaardweergave met het actuele belastingspercentage dat knippert: dit betekent dat De brander is vergrendeld als het rode indicatielampje op het de brander in de handmatige modus werkt (elke externe regeling bedieningspaneel brandt en het display afwisselend de is uitgesloten, alleen de veiligheidsinrichtingen zijn actief).
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.7.3 Servicemodus 6.7.4 Parametermodus De servicemodus (SEr) geeft de foutengeschiedenis en enige De parametermodus (PArA) toont de parameterlijst op pag. 41 technische informatie over het systeem weer. Om naar dit niveau en maakt het mogelijk om deze te wijzigen/programmeren. te gaan, is het volgende nodig: De in de fabriek ingestelde parameters zijn niet zichtbaar.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.7.4.2 Toewijzing van parameterniveaus Het wachtwoord mag alleen aan gekwalificeerd Het parameterniveau is verdeeld in groepen zoals weergegeven personeel of de Technische Assistentiedienst in Tab. N. worden meegedeeld en moet op een veilige plaats worden bewaard.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.8.0.1 Procedure voor het invoegen en aanpassen van Selecteer een ander punt of verlaat het systeem door de toetsen "+" en "-" (ESC) tegelijkertijd in te drukken. de modulatiecurvepunten In de apparatuur kunnen 9 instel-/kalibratiepunten (P1 ÷ P9) voor elk van de servomotoren worden geplaatst, waarbij hun positie in graden wordt gewijzigd en dus de hoeveelheid lucht en brandstof die wordt ingespoten.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.8.1 Wijzig de parameter "versnellings-/ 6.8.2 Wijziging van de parameter voor continu/ vertragingshelling" intermitterend bedrijf (FS2/FS1) De brander verlaat de fabriek met de parameters 522 De brander verlaat de fabriek met parameter 239 ingesteld op (versnelling) en 523 (vertraging) reeds ingesteld.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Startprocedure Controleer of het display van het bedieningspaneel het verzoek Anders verandert u het ontstekingspunt, zie paragraaf Procedure om warmte en "UPr OFF" weergeeft: dit betekent dat de voor het invoegen en aanpassen van de modulatiecurvepunten. modulatiecurve van de brander moet worden ingesteld.
Als de gasdruk niet voldoende is, ondanks de maximale 90°- Fabrieksinstellingen opening van de gasservomotor, moet op de gasklepstabilisator worden ingeschakeld. Brander RS 810/EV BLU Na het instellen van punt "P9" houdt u de toets "-" op het display lucht 15° ongeveer 5 seconden ingedrukt, verschijnt “CALC" gedurende 22°...
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.10 Back-up-/Terugstellingsprocedure Na de "Startprocedure" is het raadzaam een back-up aan te We stellen voor om deze handeling uit te voeren maken door een kopie te maken van de gegevens die zijn aan het einde van elke handeling waarbij de opgeslagen op het REC, in het RDI 21-display.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander OPMERKING: Het wordt aanbevolen om elke keer dat een Als er tijdens het back-upproces een fout optreedt, geeft het parameter wordt gewijzigd een back-up te display een negatieve waarde weer. maken, nadat juistheid Om de oorzaak van de fout te bepalen, zie diagnosecode 137 aangebrachte wijziging is gecontroleerd.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander De waarde 1verschijnt op het display: OPMERKING: Als het terugstellingsproces met succes is voltooid, wordt de waarde 0 op het display weergegeven. informatie (geïnitialiseerd terugstellingsproces) wordt kortstondig weergegeven. Aan het einde van het terugstellingsproces h min s moet u de volgorde van de functies en de Na ongeveer 8 seconden (afhankelijk van de duur van het...
Pagina 44
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Parameter Aantal Meeteenh Waardenbereik Precisiegra Toegangsmod elemente Bewerking Voorinstelli Beschrijving Min. Max. Standaarduitgang voor TÜV-test: Ongeldige TÜV-test wanneer de uitgang is geactiveerd Bewerking / Niet 100% 0,1% Servicemodus 2.000 ..10.000 = laag vuur of eerste / tweede / reset gedefinieerd derde trap...
Pagina 45
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Parameter Aantal Meeteenh Waardenbereik Precisiegra Toegangsmod elemente Bewerking Voorinstelli Beschrijving Min. Max. Stillegging van het programma 0 = gedeactiveerd 1 = Voorventilatie (Ph24) Bewerking Servicemodus 2 = Ontsteking (Ph36) 3 = Interval 1 (Ph44) 4 = Interval 2 (Ph52) Alarm bij de start van de voorventilatiefase;...
Pagina 46
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Parameter Aantal Meeteenh Waardenbereik Precisiegra Toegangsmod elemente Bewerking Voorinstelli Beschrijving Min. Max. Olie: Selectie van de ontstekingsfase van de transformator TA Bewerking Servicemodus 0 = korte voorontsteking (Ph38) 1 = lange voorontsteking (met ventilator) (Ph22) Olie: Naventilatietijd (t3) (bij uitschakeling van de Bewerking 108 min...
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Parameter Aantal Meeteenh Waardenbereik Precisiegra Toegangsmod elemente Bewerking Voorinstelli Beschrijving Min. Max. Resultaat van de monsterneming van het contact (bit- codering) Bit 0.0 = 1: Minimumdrukschakelaar Bit 0.1 = 2: Maximumdrukschakelaar Bit 0.2 = 4: Drukschakelaar kleppencontrole Bit 0.3 = 8: Luchtdrukschakelaar Bit 0.4 = 16: Belastingscontrole open Bit 0.5 = 32: Belastingscontrole ON...
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.13 Geen ontsteking Bij gebrek aan ontsteking vergrendelt de brander binnen 3 sec. Indien de brander nog wordt vergrendeld of nadat de elektrische voeding van de gasklep is ingeschakeld. andere defecten vertoont, mogen de ingrepen Het kan gebeuren dat het gas de verbrandingskop niet bereikt uitsluitend uitgevoerd worden door bevoegd binnen de veiligheidstijd van 3 s.
Onderhoud Onderhoud Opmerkingen over de veiligheid voor het onderhoud Het periodieke onderhoud is essentieel voor de goede werking, de veiligheid, het rendement en de bedrijfsduur van de brander. Onderbreek de stroomtoevoer naar de brander Dankzij het onderhoud worden het verbruik en de vervuilende met de hoofdschakelaar van de inrichting.
Onderhoud 7.2.4 Meting van de ionisatiestroom Teveel aan lucht De brander heeft een ionisatiesysteem om de aanwezigheid van EN 676 Max. vermogen Min. vermogen de vlam te controleren. 1,2 1,3 max. IJking CO De minimale stroom voor de werking van de apparatuur bedraagt theoretisch 4 µA.
Onderhoud Opening van de brander Onderbreek de stroomtoevoer naar de brander Wacht totdat de bestanddelen in contact met met de hoofdschakelaar van de inrichting. warmtebronnen helemaal afgekoeld zijn. GEVAAR Zie “Toegang tot de binnenkant van de kop” op pag. 21 Sluit de blokkeerkraan van de brandstof.
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Problemen - Oorzaken - Oplossingen Als de brander bij de ontsteking of bij de werking Indien de brander uitvalt, mag deze niet meer dan onregelmatigheden mocht vertonen, voert de brander een twee maal achtereenvolgens ontgrendeld worden “veiligheidsstop”...
Pagina 53
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Foutcode Diagnosecode Betekenis van het systeem REC 37.400A2 Aanbevolen maatregelen De dichtingscontrole van de kleppen is actief, maar de Lekkagecontrole van kleppen niet mogelijk minimumgasdrukschakelaar is geselecteerd als ingang van X9- 04 (controleer parameters 238 en 241) De dichtingscontrole van de kleppen is actief, maar er is geen Lekkagecontrole van kleppen niet mogelijk ingang toegewezen (controleer parameters 236 en 237)
Pagina 54
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Foutcode Diagnosecode Betekenis van het systeem REC 37.400A2 Aanbevolen maatregelen Fout in de brandstof-/luchtregeling: Berekening positie in modulatie Ongeldige belasting Geen geldige lading Ongedefinieerde curvepunten Stel de punten van de curve van alle actuators in Speciale stand niet gedefinieerd Stand-bystand Stel de stand-bystand van alle gebruikte servomotoren in...
Pagina 55
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Foutcode Diagnosecode Betekenis van het systeem REC 37.400A2 Aanbevolen maatregelen De motor bereikte na de acceleratie geen stabiele snelheid. 1. De hellingstijden van de VSD zijn niet korter dan die van de basiseenheid (parameters 522, 523). 2.
Pagina 56
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Foutcode Diagnosecode Betekenis van het systeem REC 37.400A2 Aanbevolen maatregelen De snelheid werd niet bereikt omdat de gedetecteerde helling van de curve te steil was. 1. Met een helling REC3... van 20 s mag de snelheidsvariatie tussen 2 punten van de curve in modulerende modus niet meer dan 10% bedragen.
Pagina 57
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Foutcode Diagnosecode Betekenis van het systeem REC 37.400A2 Aanbevolen maatregelen Open circuit gedetecteerd op de servomotoraansluiting Bit 0 Open circuit ---> Controleer de bedrading (de spanning tussen de pinnen 5 Waarde 1 of 6 en 2 van connector X54 moet > 0,5 V zijn). Bit 3 De helling van de curve kan overeenkomen met een maximale Curve te steil in termen van hellingsgraad...
Pagina 58
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Foutcode Diagnosecode Betekenis van het systeem REC 37.400A2 Aanbevolen maatregelen Voer een reset uit; als de fout herhaaldelijk optreedt, vervang Interne fout spanningsbewakingstest dan de apparatuur Te lage netspanning. Lage voeding Omzetting van de diagnosecode ---> Spanningswaarde (230 V AC : 1,683) Foutcode voor het uitvoeren van een reset bij terugstelling van Terugstelling voedingsspanning...
Pagina 59
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Foutcode Diagnosecode Betekenis van het systeem REC 37.400A2 Aanbevolen maatregelen Time-out van de interface van de Zie de gebruikersdocumentatie voor de Modbus (A7541) installatieautomatisering Time-out Modbus TÜV-test 1 (-1) Ongeldige fase TÜV-test kan alleen in fase 60 worden gestart (werking) De uitgang van de TÜV-test moet lager zijn dan de ondergrens 2 (-2) De standaarduitgang van de TÜV-test is te laag...
Bijlage - Schema van schakelbord Bijlage - Schema van schakelbord Index van schema's Aanduiding van de referenties Synoptisch schema Synoptisch schema Werkingsschema REC 37... Werkingsschema REC 37... Werkingsschema REC 37... Elektrische aansluitingen vermogensregelaar (intern) Elektrische aansluitingen ten laste van de installateur Elektrische aansluitingen ten laste van de installateur Ingangen/uitgangen van de stroomregelaar Aanduiding van de referenties...
Pagina 63
Bijlage - Schema van schakelbord 20163085...
Pagina 64
Bijlage - Schema van schakelbord 20163085...
Pagina 65
Bijlage - Schema van schakelbord 20163085...
Pagina 66
Bijlage - Schema van schakelbord 20163085...
Pagina 67
Bijlage - Schema van schakelbord 20163085...
Pagina 68
Bijlage - Schema van schakelbord 20163085...
Pagina 69
Bijlage - Schema van schakelbord 20163085...
Pagina 70
Bijlage - Schema van schakelbord 20163085...
Pagina 71
Bijlage - Schema van schakelbord 20163085...
Pagina 72
Bijlage - Schema van schakelbord Legenda van de elektriciteitsschema’s Elektronische nok XPGMin Connector minimum gasdrukschakelaar Unit weergave en ijking XPGVP Connector gasdrukschakelaar voor dichtingscontrole Interne RWF-vermogensregelaar XRWF Klemmenbord vermogensregelaar Externe RWF-vermogensregelaar XSM1 Connector luchtservomotor Sonde met stroomuitgang XSM2 Connector gasservomotor Inrichting met uitgang met stroom voor wijziging setpoint op afstand 4-20mA modulatiecontrole...
Pagina 76
RIELLO S.p.A. I-37045 Legnago (VR) Tel: +39.0442.630111 http:// www.riello.it http:// www.riello.com Onder voorbehoud van wijzigingen...