4
Batterijgebruik en -onderhoud
– Controleer voordat u de batterij oplaadt alle
kabelaansluitingen en stekkers op zichtbare
beschadigingen.
– Zorg dat de oplader niet is aangesloten op
het circuit voordat u deze aansluit of loskop-
pelt.
– De bij de batterij geleverde veiligheidsvoor-
schriften van de fabrikant van de batterij en
oplader moeten strikt worden opgevolgd.
Laadprocedure
– Zorg ervoor dat aan de oplaadvereisten
wordt voldaan.
– Parkeer de machine zoals voorgeschreven.
– Verwijder de contactschakelaar (1) om de
stroom uit te schakelen en verwijder vervol-
gens de lithium-ionbatterij voordat u gaat
opladen.
LET OP
Het laadspanningsbereik is 100-240 V, 50-60 Hz.
Overschrijd dit spanningsbereik niet.
LET OP
Volg voor het opladen en onderhouden van de batte-
rij de onderhoudsinstructies van de fabrikant van de
batterij en van de batterijlader op.
Batterij verwijderen en aanbren-
gen
Voordat u de batterij verwijdert en aanbrengt,
moeten de vorken in de hoogste stand worden
geheven en moet vervolgens de voeding van
de machine worden uitgeschakeld.
Stappen voor verwijderen/aanbrengen:
66
5001 801 1580 NL - 10/2021 - 03
Gebruik