Gebruik
LET OP
In een gevaarlijke situatie kan de bestuurder gefor-
ceerd remmen door de bedieningshendel in de rem-
stand te zetten of de tegenstroomrem te gebruiken,
afhankelijk van de actuele situatie.
Kruipgangschakelaar
– Houd de dissel verticaal en druk tegelijker-
tijd op de rijschakelaar (4) en de kruip-
gangschakelaar (5). De machine verlaagt
de snelheid naar 20% van de maximum-
snelheid.
Met de machine op een helling
werken
OPMERKING
Onjuist gebruik van de machine op hellingen
wordt ontraden. Daarbij worden namelijk de
rijmotor, remmen en batterij extra zwaar be-
last.
Wees bijzonder voorzichtig bij hellingen:
Probeer nooit op een helling te rijden waar-
●
van de hoek groter is dan de op het specifi-
catieblad van de machine vermelde maxi-
male hellingshoek.
Zorg dat de grond droog is en een antisli-
●
poppervlak heeft en dat het te rijden traject
vrij is.
5001 801 1580 NL - 10/2021 - 03
4
Aandrijfsysteem
53