5
Storingen verhelpen
Informatie over batterijstoringen
– Als de regeleenheid een batterijstoring de-
tecteert, knippert het batterijlampje (2) met
een storingscode totdat de storing is verhol-
pen. Specifieke storingscodes worden als
volgt weergegeven:
1. Onderspanning monomeer: het groene
●
lampje knippert eenmaal (de cyclus duurt 1
seconde), stopt vervolgens 2 seconden,
knippert vervolgens twee keer, stopt vervol-
gens 3 seconden en herhaalt dit.
2. Overspanning monomeer: het groene
●
lampje knippert eenmaal (de cyclus duurt 1
seconde), stopt vervolgens 2 seconden,
knippert vervolgens 3 keer, stopt vervol-
gens 3 seconden en herhaalt dit.
3. Kortsluitbeveiliging: het groene lampje
●
knippert eenmaal (de cyclus duurt 1 secon-
de), stopt vervolgens 2 seconden, knippert
vervolgens 4 keer, stopt vervolgens 3 se-
conden en herhaalt dit.
4. Overstroombeveiliging: het groene lamp-
●
je knippert eenmaal (de cyclus duurt 1 se-
conde), stopt vervolgens 2 seconden, knip-
pert vervolgens 5 keer, stopt vervolgens 3
seconden en herhaalt dit.
5. Batterijtemperatuur te hoog: het groene
●
lampje knippert twee keer (de cyclus duurt
1 seconde), stopt vervolgens 2 seconden,
knippert vervolgens 3 keer, stopt dan 3 se-
conden en herhaalt dit.
6. Batterijtemperatuur te laag: het groene
●
lampje knippert twee keer (de cyclus duurt
1 seconde), stopt vervolgens 2 seconden,
knippert 4 keer, stopt vervolgens 3 secon-
den en herhaalt dit.
7. Storing in verband met de onderbreker:
●
het groene lampje knippert 3 keer (de cy-
clus duurt 1 seconde), stopt vervolgens 2
seconden, knippert vervolgens 4 keer, stopt
vervolgens 3 seconden en herhaalt dit.
8. Bij andere storingen knippert het gele
●
lampje; de cyclus duurt 1 seconde.
Foutmeldingen regeleenheid
Diagnose handheld-unit
– Sluit de handheld-unit aan op de aansluiting
van de regeleenheid;
98
5001 801 1580 NL - 10/2021 - 03
Onderhoud