Rijden op de motorfiets
Deze motorfiets is uitgerust met start-
blokkeerschakelaars.
blokkeren de elektrische startinrich-
ting als de transmissie niet in de
neutraalstand staat terwijl de zijstan-
daard is uitgeklapt.
Als de zijstandaard bij draaiende motor
omlaag wordt geklapt terwijl de trans-
missie niet in vrijloop geschakeld is,
stopt de motor, ongeacht de stand van
de koppeling.
Let op
In de sleutel is een transponder aange-
bracht om de startonderbreker uit te
schakelen. Houd slechts één contacts-
leutel bij de motorfiets. Wanneer twee
contactsleutels in de buurt van de
motorfiets worden gehouden, kan het
signaal tussen de transponder en de
startonderbreker onderbroken worden.
In zo'n situatie blijft de startonderbreker
actief, tot een van de contactsleutels
verwijderd wordt.
90
De
schakelaars
Wegrijden
De motorfiets in beweging zetten:
•
Trek de koppelingshendel helemaal
tegen de handgreep en schakel de
1e versnelling in.
•
Geef een beetje gas en laat de
koppelingshendel
opkomen.
•
Open wanneer de koppeling begint
aan te grijpen de gasklep iets
verder, zodat het toerental van de
motor hoog genoeg is om afslaan
van de motor te voorkomen.
langzaam