Algemene informatie
Schakelaars linker handgreep
7
6
1.
Regelschakelaar cruisecontrol
2.
Schakelaar dagrijlicht (DRL) (indien
gemonteerd)
3.
Modusknop
4.
Richtingaanwijzerschakelaar
5.
Joystickknop
6.
Claxonknop
7.
Grootlichtknop
In de volgende paragrafen worden de
functies van de knoppen en schakelaars
op het stuur beschreven.
Stelknop cruisecontrol
De stelknop voor de cruisecontrol is een
tweestandenschakelaar
bovenkant gemarkeerd is met RES/+ en
de onderkant met SET/-.
Voor meer informatie over de cruisecon-
trol, zie pagina 67.
Schakelaar dagrijlicht (DRL) (indien
gemonteerd)
Wanneer het contact wordt
ingeschakeld en de dagrijlicht-
schakelaar
dagrijlicht (DRL) is ingesteld,
gaat het waarschuwingslampje voor
dagrijlicht branden.
62
1
2
3
4
5
waarvan
de
op
modus
De dagrijlichten en dimlichten worden
met de hand bediend via de DRL-scha-
kelaar. Duw de schakelaar naar voren
om DRL in te schakelen en naar
achteren om dimlicht in te schakelen.
Waarschuwing
Rij niet langer dan noodzakelijk met
het dagrijlicht (DRL) als het omge-
vingslicht zwak is.
Als het donker is, in tunnels, of als de
omgevingsverlichting zwak is, kunnen
de dagrijlichten het zicht belemmeren
of andere weggebruikers verblinden.
Verblinding van andere weggebruikers
of beperkt zicht bij slechte verlichting
kan leiden tot verlies van controle over
de motorfiets en een ongeval.
Let op
Overdag
zorgt
ervoor dat de motorfiets beter zichtbaar
is voor andere weggebruikers.
In andere situaties moet het dimlicht
worden gebruikt, tenzij de verkeerssitu-
atie het gebruik van grootlicht mogelijk
maakt.
Modusknop
Wanneer de modusknop kort wordt
ingedrukt, wordt het menu voor selectie
van rijmodi geactiveerd op het display.
Door nogmaals op de modusknop te
drukken scrolt u door de beschikbare
rijmodi
(zie
'Rijmodusselectie'
pagina 41).
Houd de modusknop ingedrukt om de
modus ROAD in te schakelen en ABS
en tractiecontrole te activeren als die
gedeactiveerd waren.
de
dagrijverlichting
op