Algemene informatie
Waarschuwing
Rijd
na
het
rijmodus eerst een stukje op een
plaats waar geen verkeer is, om
vertrouwd te raken met de nieuwe
instellingen.
Leen uw motorfiets niet uit aan
anderen, omdat ze de instellingen
van uw vertrouwde rijmodus kunnen
wijzigen, waardoor u de controle over
de motorfiets kunt verliezen en een
ongeval kunt krijgen.
Waarschuwing
Als tractiecontrole zoals beschreven
in pagina 49 in het hoofdmenu is
uitgeschakeld, worden de opgeslagen
instellingen van alle rijmodi over-
schreven.
Tractiecontrole
ongeacht
welke
geselecteerd, tot deze weer wordt
ingeschakeld of het contact uit- en
weer ingeschakeld is.
Als de tractiecontrole is uitgeschakeld,
gedraagt de motorfiets zich net als
anders, maar zonder tractiecontrole.
In dat geval kan te snel accelereren op
een nat of glad wegoppervlak leiden
tot verlies van controle over de motor-
fiets en een ongeval.
42
selecteren
van
blijft
uitgeschakeld,
rijmodus
er
Let op
Als de modus RIDER actief was toen
het contact de laatste keer werd uitge-
een
schakeld, met tractiecontrole ingesteld
op OFF, wordt na inschakeling van het
contact standaard de modus ROAD
geselecteerd.
Er wordt een waarschuwing weerge-
geven dat de rijmodus is gewijzigd.
Hiermee kunt u ook kort de rijmodus
terugzetten
rijmodus.
Anders wordt de laatst geselecteerde
rijmodus
wanneer het contact wordt ingescha-
keld.
Controleer of de motorstopschakelaar in
de stand AAN staat als de moduspicto-
grammen niet weergegeven worden bij
ingeschakeld contact.
1
is
1.
Modusknop
2.
Huidige rijmodus
3.
Rijmodusselectievak
4.
Huidige rijmodus geselecteerd
5.
Instellingen van momenteel geselecteerd
rijmodus
naar
de
oorspronkelijke
onthouden
en
12:34
AM
5
5
4
4
6
6
0
3
3
7
7
2
2
MPH
8
8
N
9
9
1
1
10
10
0
F
E
2
3
geactiveerd
c
15
o
Rain
ABS
Rain
MAP
Rain
TC
Rain
m
4
5