3
Selecteer "Manueel"-nummer
1, 2 of 3 om de instellingen
op te slaan.
Gebruik Q om een andere opname
te selecteren.
4
Druk op E.
3
De witbalansinstellingen van de geselecteerde opname worden
opgeslagen als Manuele witbalans en de camera gaat over naar
de standby-stand.
Let op
• De fijnafgestemde witbalanswaarde die wordt gebruikt
bij het maken van opnamen, wordt niet opgeslagen.
Kleurtemperatuur
U kunt maximaal drie kleurtemperatuurinstellingen opslaan.
(De standaardinstelling is [5000K].)
1
Selecteer p in Stap 2 op p.58, en druk op B.
2
Selecteer p1 tot p3.
3
Druk op G.
4
Pas de kleurtemperatuur aan.
U kunt de kleurtemperatuurwaarde
instellen tussen 2500 K tot 10000 k.
60
100-0001
100-0001
Slaat de witbalansinstellingen
Slaat de witbalansinstellingen
van deze opname op als een
van deze opname op als een
voorkeuze
voorkeuze
Opsl. als Manueel 1
Opsl. als Manueel 1
Opsl. als Manueel 2
Opsl. als Manueel 2
Opsl. als Manueel 3
Opsl. als Manueel 3
Annul.
Annul.
OK
OK
5
±0 ±0
±0 ±0
Voorbeeld
Voorbeeld
Annul.
Annul.
OK
OK
±0 ±0
Beschikbare bewerkingen
Q
100 Kelvin-eenheden
R
1000 Kelvin-eenheden
Stelt de kleurtemperatuur fijn af.
ABCD
Druk op E.
Het instelscherm voor de witbalans verschijnt opnieuw.
Memo
• Selecteer [Mired] bij [13. Kleurtemperatuurstappen] in het menu
E2 om de kleurtemperatuur in mired-eenheden in te stellen. De
kleurtemperatuur kan worden gewijzigd in 20 mired-eenheden met
Q, en 100 mired eenheden met R. De getallen worden echter
omgezet en weergegeven in Kelvin.
(w
p.R48)