8. Volgorde bracketing
Stelt de volgorde in voor het maken van opnamen
met Belichtingsbracketing.
Instelling
Beelden
2 beelden
0 - +
3 beelden
5 beelden
2 beelden
- 0 +
3 beelden
5 beelden
2 beelden
+ 0 -
3 beelden
5 beelden
2 beelden
0 + -
3 beelden
5 beelden
E
9. Bracketing-in-één
Maakt alle beelden door éénmaal op de ontspanknop
te drukken wanneer Belichtingsbracketing wordt gebruikt.
10. Instellingsbereik witbalans
Stemt de witbalans fijn af wanneer de lichtbron is
gespecificeerd.
Vast
Kleurtemperatuur van de lichtbron is vast ingesteld.
Automatisch
Voert automatisch fijnafstemming uit.
aanpassen
R48
Volgorde
0 → -1, 0 → +1
0 → -1 → +1
0 → -1 → +1 → -2 → +2
-1 → 0, 0 → +1
-1 → 0 → +1
-2 → -1 → 0 → +1 → +2
0 → -1, +1 → 0
+1 → 0 → -1
+2 → +1 → 0 → -1 → -2
-1 → 0, +1 → 0
0 → +1 → -1
0 → +1 → -1 → +2 → -2
11. WB bij flitsen
E2
Selecteer [Automatische witbalans], [Meervoud. autom.
witbalans], [Flitser] of [Onveranderd] voor de witbalans
wanneer de flitser ontlaadt.
12. AWB bij lamplicht
Wijzigt de kleurtoon van lamplicht wanneer [Witbalans]
is ingesteld op [Automatische witbalans].
Subtiele correctie
Krachtige correctie
13. Kleurtemperatuurstappen
Stelt de eenheid van de kleurtemperatuur van de witbalans
in op [Kelvin] of [Mired].
E2
14. AF-punt weergeven
Het geselecteerde AF-punt licht rood op in de zoeker.
15. AF.S-instelling
E2
Selecteert wat de prioriteit van acties is voor wanneer
de scherpstellingsstand is ingesteld op x en
de ontspanknop volledig wordt ingedrukt.
Scherpstellingsvoorkeuze
Sluitervoorkeuze
Behoudt de kleurtoon van het lamplicht.
Past een hogere correctie van het lamplicht toe.
De sluiter wordt niet ontspannen totdat
het onderwerp scherp gesteld is.
Zelfs als het onderwerp niet scherp gesteld is,
wordt de sluiter ontspannen.
E2
E2
E2
E2
E3